Onderduikersbank

Onderduikersbank
Onderduikersbank Onderduikersbank Onderduikersbank Onderduikersbank Onderduikersbank

Plaats: Emmeloord

Locatie: Harmen Visserplein

Kunstenaar: Wim (van) Doorschodt

Materiaal: marmerslag beton en redwood

Jaar: 1967


Beschrijving:

In 1967 vierde de Noordoostpolder gedurende 4 maanden dat de polder 25 jaar geleden droog viel. Op 20 mei was de openingsdag van de festiviteiten. Het feest op 27 mei begon 's morgens om tien uur met de onthulling van de 'Onderduikersbank' op De Deel. De verwezelijking van de bank was mogelijk geworden doordat de Stichting A.D. van Eckfonds de beschikking had gekregen over ƒ 2700,-, het batig saldo van de op 5 mei 1965 in Emmeloord gehouden reünie van onderduikers. De bank werd gerealiseerd voor ƒ 5000,-. De voorzitter van het A.D. van Eckfonds, wethouder Freek Polters, overhandigde het kunstwerk namens de onderduikers aan de pioniers die op hun beurt vertegenwoordigd waren door de toen 76-jarige Klaas Reinder Wester (1891-1978) die eertijds landbouwkundig opzichter in de polder was. Het Onderduikerscomité schonk de bank aan de bevolking als monument voor de onderduikers en verzetsstrijders die in de Tweede Wereldoorlog in de Noordoostelijke Polder, zoals de Noordoostpolder toen genoemd werd, actief waren. Het monument is ontworpen door Wim Doorschodt, zoals hij toen nog heette. De 'Onderduikersbank' houdt in de Noordoostpolder de herinnering levendig aan de bange jaren van de Tweede Wereldoorlog toen duizenden mannen in de polder onderdoken. 

De nieuwe, vaak moeilijk begaanbare Noordoostelijke Polder heeft een belangrijke rol gespeeld in de Nederlandse oorlogsgeschiedenis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben hier meer dan 20.000 mannen ondergedoken gezeten. De Noordoostelijke Polder (NOP) stond synoniem voor Nederlands Onderduikers Paradijs. Een paradijs met vraagtekens. De onderduikers moesten net als de polderpioniers met de schop in de hand de polder in. Menigeen heeft zijn handen of rug stuk gewerkt op de dikke polderklei. De grote stroom naar de polder begon in mei 1943 toen Hitler het besluit liet afkondigen dat alle Nederlandse militairen uit de meidagen van 1940 zich moesten melden in Amersfoort en Assen om bij de arbeidsdienst in Duitsland te worden ingezet. Niet veel later moesten alle mannen tussen 18 en 35 zich bij een arbeidsbureau melden. In anderhalve maand kwamen 1700 nieuwe werkkrachten in de polder aan. De arbeiders die de polder cultuurrijp maakten, waren vrijgesteld van de Arbeitseinsatz oftewel dwangarbeid in Duitsland. Hoewel de Duitsers op de hoogte waren van het feit dat daarom grote aantallen onderduikers hun toevlucht in de polder zochten, hebben zij de Noordoostelijke Polder lange tijd ongemoeid gelaten. Zodra ze echter ontdekten dat in het gebied wapens werden gedropt, was de maat vol. Van 17-19 november 1944 vond een grote razzia plaats waarbij honderden mensen zijn weggevoerd en alsnog tewerk gesteld in Duitsland. Na deze razzia's kwam het ontginnings- en oogstwerk stil te liggen. De straatnamen van twee wegen in de polder herinneren aan deze periode: de Onderduikersweg en het Onderduikerspad.

De 'Onderduikersbank' of 'Pioniersbank' zoals hij destijds ook genoemd werd, was de eerste kunstopdracht die Wim (van) Doorschodt heeft uitgevoerd. Hij heeft in de aangebrachte figuratie zowel zijn eigen worsteling om naar boven te komen als de strijd met de elementen die geleid heeft tot de drooglegging van de Noordoostpolder, uitgebeeld. De zijkanten van de 'Onderduikersbank' zijn in mallen gegoten van marmerslag beton, de zitting is van redwood. In de hoge zijkant is een ajour reliëf verwerkt, een reliëf met openingen. De kunstenaar heeft in het reliëf de Duitse adelaar afgebeeld, symbool van het nazirijk van Adolf Hitler. De adelaar zit bovenop een in elkaar gedoken mensfiguur. De mensfiguur verwijst naar de onderduikers en verzetsmensen, de golfjes onder hem en de naar lucht happende vis staan symbool voor het nog drassige, op de zee veroverde, nieuwe polderland. De figuren zijn gestileerd. Van Doorschodt heeft een centrale compositie toegepast. De ineengedoken mensfiguur is als grootste vorm de blikvanger in het reliëf, mede omdat hij ingeklemd zit in het midden. Door de lichtval op de holle en bolle vormen wordt het spel van licht en schaduw op het kunstwerk versterkt waardoor de plasticiteit zichtbaar wordt. Bron: De Friese koerier 25-5-1967

Het monument is menigmaal verhuisd. Omdat de bank op De Deel, tussen de geparkeerde auto's en naast de in 1980 geplaatste Noorse Stenen, niet meer tot zijn recht kwam werd hij omstreeks 1985 naar het Lindelaantje verplaatst. In december 1990 werd de 'Onderduikersbank' bij het Sluitgatmonument op de dijk bij Schokkerhaven neergezet. Op 13 december 1990 onthulde de heer Berend Jan Blikman (1928-2016), lid van Gedeputeerde Staten van Flevoland en Ir. C.D. van der Wildt, hoofdingenieur-directeur van de directie Flevoland van Rijkswaterstaat, in aanwezigheid van een 150-tal genodigden een maquette op de plek waar de dijk in 1940 gedicht was. Na de onthulling van het monument droeg burgemeester M.A.J. Knip van Noordoostpolder de 'Onderduikersbank' over aan Waterschap Noordoostpolder. Dit tot groot ongenoegen van veel polderpioniers van het eerste uur. Pogingen om de bank terug te krijgen in het centrum van Emmeloord mislukte. 

Op 1 januari 1997 stond de bank opeens weer op De Deel. Half december 1996 zaten een paar vrienden, zoons van de eerste generatie pioniers, bij elkaar om een oudejaarsstunt te bedenken. Eén van hen kwam op het idee om de 'Onderduikersbank' weer op zijn oude plaats te zetten. Diezelfde avond hebben ze de ongeveer 1500 kg zware bank uitgegraven en voorlopig opgeslagen. Op 31 december groeven de vrienden twee gaten op De Deel. Een hele klus waar ze 4 uur mee bezig zijn geweest want de vorst zat 40 cm in de grond. De politie kwam een aantal keer polshoogte nemen omdat ze het vreemd vonden dat er op oudejaarsdag nog werd gewerkt. Die avond werd de onderduikersbank teruggeplaatst op De Deel. Een paar dagen later deed een bestuurslid van het A.D. van Eckfonds aangifte bij de politie vanwege vernielingen aan het kunstwerk. Volgens het bestuur was de bank door het transport beschadigd. Er zouden scheuren in het beton zijn ontstaan en er waren stukken beton van de randen afgebrokkeld. Op 14 januari werd de bank overgebracht naar de gemeentewerf op de hoek van de Nijverheidsstraat en de Bouwerskamp, waar kunstenaar Wim (van) Doorschodt hem restaureerde. Bronnen: dhr. Jan Wester (1924) en De Noordoostpolder.

Vervolgens moest er een nieuwe passende plek voor de 'Onderduikersbank' gezocht worden. Op 17 november 1997 bezochten wethouder Joukje van den Berg, kunstenaar Wim (van) Doorschodt en een 7-tal pioniers een aantal locaties. Het terrein bij verzorgingshuis De Golfslag, een plek die in eerdere besprekingen genoemd was, kwam daarbij amper aan de orde. De meeste pioniers hadden gemengde gevoelens over deze plaats. "De bank is het begin van de polder en De Golfslag het einde". De pioniers vonden de oude plek bij het Lindelaantje de beste locatie. Wim (van) Doorschott uitte meteen zijn ongenoegen. "De bank heeft een enorme uitstraling en daarom veel ruimte nodig. Hier is het te bekrompen. Bovendien staat het naast een ander kunstwerk. [Aarde en water red.] Dat doet afbreuk aan elkaar". Ook de plek bij het Landbouwhuis keurde de kunstenaar af. Hij sprong in de tuin, hief zijn armen omhoog en zei: "Ik voel hier geen trillingen en verbondenheid". De groep vervolgde het pad naar de volgende locatie, de Poldertoren. Nu klonken er positieve geluiden. Wederom was het de kunstenaar die twijfelde. "Het is een eenzame plek. De bank wordt doodgeslagen door de toren" was zijn mening. Uiteindelijk vond iedereen dat de 'Onderduikersbank' het best tot zijn recht kwam op het Harmen Visserplein bij het gemeentehuis, tegenover het politiebureau. "Op dit plein is lang geleden besloten hoe de polder eruit ging zien. Het had zowel historische als emotionele waarde voor de pioniers, net als de 'Onderduikersbank'. Bron: De Noordoostpolder.

Op 5 mei 2005, zestig jaar na de capitulatie van de Duitsers, werd op het Harmen Visserplein een plaquette onthuld die herinnert aan de overdracht op 17 april 1945. In 2010 werd de 'Onderduikersbank' verplaatst naar zijn huidige plek bij deze plaquette. Naast de bank ligt een plaatje met daarop de naam A.J. Knipmeijer en de tekst: "Onverbrekelijk met de onderduikers verbonden 1940-1945". Op 15 november 2014 is bij 'de onderduikersbank' ter ere van de Nederlandse veteranen een plaquette onthuld.

Kunstenaar

Willem C. Doorschodt is op 5 augustus 1938 in Amsterdam geboren, maar er zijn ook bronnen die Den Haag als geboorteplaats vermelden. Tegenwoordig is hij beter bekend als Wim van Doorschodt. (Van) Doorschodt heeft in verschillende steden sculpturale sporen nagelaten. Zijn beelden zijn uitgevoerd in steen of beton. (Van) Doorschodt was beeldhouwer in hart en nieren. Hij werd gefascineerd door zaadbollen, kalebassen, pompoenen, bloembollen en andere groeivormen. In zijn abstracte vormentaal etaleerde hij een duidelijke voorkeur voor gesloten vormen, eenvoud en vereenvoudiging. Daarnaast speelden gevoelsmatige aspecten een belangrijke rol. Zijn beelden nodigen uit tot aanraken.

In 1965 deed de toen nog Wim Doorschodt mee aan een groepsexpositie die in 't Voorhuys in Emmeloord gehouden werd. Tijdens deze tentoonstelling werd geen enkel kunstwerk verkocht. En dat het verkopen van de werken wel de bedoeling was blijkt uit de leuze die Wim Doorschodt destijds bezigde "Ik zou graag eens voor geld willen werken, want van de lucht kan ik nog steeds niet leven". In september 1968 vertrok hij voor een jaar naar Zweden om een grote expositie voor te bereiden die in het voorjaar van 1969 in Kalmar gehouden werd.

Na 13 jaar als beeldhouwer in Giethoorn en Zwolle werkzaam geweest te zijn besloot (Van) Doorschodt zich te gaan toeleggen op het ontwerpen en maken van sieraden. Jarenlang runde hij een galerie in Zwolle. Na zijn scheiding woonde en werkte Van Doorschodt in het voormalig Lloyd Hotel op het Lloyd-complex aan de Oostelijke Handelskade in Amsterdam. In juni 2008 overleed Wim van Doorschodt op 69-jarige leeftijd.

In Zwolle vind je de kunstwerken "Lente" (1973), "Mythe" (1976) en "Groeivorm" (1978) die hij voor de stad maakte. In Benthuizen is het kunstwerk "Eenhoorn op sokkel" (1975) te vinden. In Flevoland staan de kunstwerken "Onderduikersbank" (1967) en "Stam" (1982) in Emmeloord en in Ens, "Fontein" (1971). De kunstwerken "Lente", "Stam" en "Eenhoorn op sokkel" zijn gemaakt in het kader van de toenmalige BKR, een sociale regeling in Nederland, waardoor kunstenaars tussen 1956 en 1987 in ruil voor hun diensten of kunstwerken een inkomen konden krijgen. Het kunstwerk "Mythe" dat Doorschodt naar aanleiding van een crisisperiode in zijn huwelijk maakte hangt sinds 20 november 2008 in woonzorgcentrum Fermate in Zwolle.