Short Stirling l BF353

Short Stirling l BF353
Short Stirling l BF353 Short Stirling l BF353 Short Stirling l BF353 Short Stirling l BF353 Short Stirling l BF353

Plaats: Lelystad

Locatie: Meerkoetenweg 21

Maker: Short & Harland Ltd.

materiaal: diverse materialen

Jaar: 1942


Beschrijving:

In de nacht van 16 op 17 september 1942 nemen 369 vliegtuigen van de Royal Air Force deel aan een bombardementsvlucht op de Duitse plaats Essen. Die nacht keren 39 toestellen niet van de missie terug op hun basis in Engeland, 21 Wellingtons, 9 Lancasters, 5 Stilings, 3 Halifaxes en 1 Whitley. Van het No. 15 Squadron verongelukken 2 Stirlings waaronder de BF353 met rompcode LS-E. Het toestel is op 2 september 1942 aan het Squadron geleverd. De BF353 is één van een serie van 50 toestellen die als Short S-29 Stirling I door Short & Harland geleverd zijn.

De Short Stirling Mk.I met registratienummer BF353 stijgt om 20.25 uur op van vliegbasis Bourn in het Engelse graafschap Cambridgeshire. Het is de tweede operationele vlucht van het toestel. Aan boord zijn piloot P/O Leonard William O’Hara, boordwerktuigkundige Sgt. Leon Cowen, waarnemer Sgt. Ronald John Mumford, waarnemer/navigator Sgt. Thomas Clarence Field Orr, radiotelegrafist/boordschutter Sgt. Robert Edwin Evans, boordschutter Sgt. Kenneth Forster en boordschutter Sgt. William Ernest Johnson. Op de terugweg naar de basis verongelukt het toestel om onbekende reden en stort 10 km ten noordwesten van Harderwijk in het IJsselmeer. Alle inzittenden komen om het leven. Sgt. L. Cowen, de 28-jarige Sgt. T.C.F. Orr en de 24-jarige Sgt. K. Foster zijn op 1 oktober op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam begraven (graven 33-2, 32-2, 34-2). De 22 jarige Sgt. W.E. Evens vindt zijn laaste rustplaats op begraafplaats Oostergaarde in Harderwijk. De 24-jarige P/O L.W. O’Hara, de 26-jarige Sgt. R.J. Mumford en de 29-jarige Sgt. W.E. Johnson staan vermist te boek en worden herdacht op the Memorial to the Missing, Runnymede in Surrey (Engeland) op paneel 71, 90 en 104. Op het Monument voor geallieerde vliegers in Harderwijk worden de namen van de omgekomen bemanningsleden ook vermeld.

Het toestel was op de Knar neergekomen, een ondiepte in het IJsselmeer. In 1942 en 1947 waren al delen van het wrak geborgen. Eind 1966 werden bij ontginningswerkzaamheden op kavel OD56 aan de Meerkoetenweg bij Lelystad weer wrakstukken ontdekt. Bij een voorlopige verkenning in november 1966 kwam aan het licht dat het om delen van een Stirling ging. Ze moesten verwijderd omdat ze bij het graven van de greppels voor de afwatering in de weg lagen. Vandaar dat de Bergingsdienst van de Luchtmacht onder leiding van sgt. A.J. Hinssen al op 6, 12, 13 en 27 april 1967 in de polder aanwezig was. Vanwege de drassige bodem kon de berging van het wrak niet effectief plaatsvinden. Ook de te hulp geroepen Explosieve Opsporingsdienst (E.O.D.) kon vanwege de hoge waterstand slechts enkele honderden mitrailleur patronen bergen. De brokstukken lagen over een grote afstand verspreid en werden afgebakend. Verschillende pogingen om na het afbakenen toch nog enkele grote stukken uit de grond te takelen mislukte. Nadat de kraanwagen tot zijn assen in de moerasgrond was weggezakt besliste sgt. Hinssen dat pogingen tot later dat jaar moesten worden uitgesteld. Op maandag 18 september besloot men opnieuw aan de klus te beginnen. Na drie weken hard werken werd de berging op 9 oktober afgerond. De Gravendienst van de Koninklijke Luchtmacht onder leiding van A.O.O. van der Graaf had enkele menselijke resten geborgen, maar onvoldoende materiaal om een positieve identificatie te geven. De E.O.D. onderleiding van majoor Middelkoop borg 250 x 303 cal. patronen, 2 Flame-Float en 1 Verkenningsfakkel. Bron: In de schaduw van de glorie, S.L. Veenstra. Delen van het wrak werden overgebracht naar het Royal Air Force Museum in Hendon. Een afgerukt en verbogen propellerblad toont aan dat het toestel met een zeer hevige klap het wateroppervlak moet hebben geraakt. In april 1971 werden door de Bergingsdienst op ruim één kilometer afstand van de Meerkoetenweg waar de BF353 in 1967 geborgen was, nog enkele vleugelresten en kleine stukken van deze bommenwerper geruimd. 

Begin 2017 kwam Nico Kwakman uit Volendam, die al jaren onderzoek doet naar aanleiding van de in de oorlog neergestorte vliegtuigen in het IJsselmeer, erachter dat O'Hara waarschijnlijk als 'unknown RAF pilot officer 25 September 1942' op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam begraven ligt. De datum op de steen is de aanspoel/begraafdatum. In 3 dagen tijd zijn toentertijd vier vliegtuigen in het IJsselmeer gecrasht en werden 15 stoffelijke overschotten in Amsterdam aan wal gebracht. In de nacht van 16-17 september 1942 stortte de Stirling W7569 met rompcode MG+D van het No. 7 Squadron, die eveneens op weg naar Essen was, om 23.00 uur in het IJsselmeer bij Lemmer. Op 14 september kwam de Wellington 1C X9786 2 km ten westen van Elburg in het IJsselmeer neer en een uur later de Wellington HD991 bij Ramspol.

In mei 2021 werd aan de Meerkoetenweg 18 in Lelystad een markeringspaal geplaatst die de herinnering aan de crash levend moet houden. Volgens omwonenden staat de paal op de verkeerde plek. Het wrak van de BF353 is aan de overzijde van de weg geborgen, op de kavel OD56 van de familie Hopma Zijlema aan de Meerkoetenweg 21. 

Zie ook: 'Vliegen voor Vrijheid' (2017) en ZZAirwar