Schokland Werelderfgoed

Schokland Werelderfgoed
Schokland Werelderfgoed Schokland Werelderfgoed Schokland Werelderfgoed Schokland Werelderfgoed Schokland Werelderfgoed Schokland Werelderfgoed

Plaats: Schokland

Locatie:

Maker:

materiaal:

Jaar:


Beschrijving:

Het voormalig Zuiderzee-eiland symboliseert de eeuwigdurende strijd van de Nederlanders tegen het water. Om die reden is Schokland op 9 december 1995 als eerste archeologisch monument in Nederland, opgenomen op de lijst van cultureel wereldgoed van de UNESCO.

Rond Schokland zijn bodemvondsten gedaan die wijzen op bewoning vanaf de midden steentijd tot de vroege middeleeuwen. In de tijd van de Swifterbantcultuur is het gebied permanent bewoond geweest. Archeologen hebben sporen aangetroffen van jager-verzamelaars en vroege boeren daterend van 4500 tot 1800 voor Chr.. Vanaf het jaar 1000 na Chr. begonnen kloosterlingen met de ontginning van het gebied. Die ontwatering leidde tot een snelle inklinking van het veen. Tot in de Middeleeuwen maakte Schokland deel uit van het vasteland. Tot circa 1450 was Schokland nog door een veenrug met het vasteland verbonden en dus een schiereiland. Toen ook deze veenrug verzwolgen werd door de golven ontstond een eiland, dat later Schokland genoemd werd.

Schokland diende als golfbreker voor de dijken op het vaste land. Voor zeelui was Schokland een toevluchtsoord bij storm en een baken in de nacht. Maar de zee werd steeds meer een bedreiging. De zeespiegel steeg. In de 18e eeuw werd het Zuiderzeegebied getroffen door de paalworm. Dit dier vrat zich door de palen van de houten zeewering, die als lucifershoutjes afknappen. De muur van houten palen waarachter de Schokkers zich altijd veilig hadden gevoeld, bleek opeens geen beveiliging meer tegen de zee. Bij stormrampen gingen terpen en dijken verloren. De bevolking moest zich terugtrekken op de terpen aan de oostkant. Zoals oude kaarten laten zien ging de landafname tussen 1789 en 1850 zeer snel. De Schokkers leden een onzeker en ongemakkelijk bestaan. In de nacht van 3 februari 1825 overviel een zware storm, samen met springtij het eiland. Schokland werd geheel overspoeld. De stormramp verwoestte 26 woningen en 70 huizen raakten onbewoonbaar. De bevolking werd steeds armer. De Nederlandse regering herstelde en onderhield de zeewering. De Schokkers slaagden er echter niet in hun welvaart te herstellen. Halverwege de 19e eeuw leefde driekwart van de bevolking van de bedeling. In 1859 werd het eiland ontruimd. De bewoners kregen een behoorlijke schadeloosstelling en gingen in de steden rond de Zuiderzee wonen. Om te voorkomen dat de Schokkers naar hun eiland zouden terugkeren moesten alle huizen worden afgebroken.