Prehistorische vondsten NP14

Prehistorische vondsten NP14
Prehistorische vondsten NP14 Prehistorische vondsten NP14 Prehistorische vondsten NP14 Prehistorische vondsten NP14 Prehistorische vondsten NP14 Prehistorische vondsten NP14 Prehistorische vondsten NP14 Prehistorische vondsten NP14

Plaats: Schokland

Locatie: Kavel P14 - Het Zand

Maker:

materiaal: diverse materialen

Jaar: 10.000 - 1800 v. Chr.


Beschrijving:

De ijstijd van 180.000 tot 130.000 jaar geleden heeft grote invloed gehad op het landschap van Nederland. Door het ijs werd keileem, een mengsel van leem, gemalen stenen en zwerfkei afgezet. Na deze periode vertoonde het landschap enorme hoogteverschillen. Ook in de buurt van het latere Schokland. Aan het eind van de laatste ijstijd is er een dikke laag zand over de keileembulten gewaaid waardoor er dekzandruggen ontstonden.

Langs de oostkust van Schokland op kavel NP14 ligt een hoge zandkop in de ondergrond. Toen na de ijstijden het landschap veel natter werd stak deze zandkop boven het vlakke land uit en was een ideale plek om te wonen. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid bij Schokland dateren van ongeveer 10.000 jaar geleden. Aan het eind van de laatste ijstijd (110.000 – 10.000 jaar v. Chr.) trokken rendierjagers door het gebied. Het grote wild leverde voedsel en huiden om kleren en tenten te maken. Voor het vervaardigen van wapens en werktuigen werd hoofdzakelijk vuursteen gebruikt.

In de periode van 4500 tot 1800 voor Chr. is Schokland geen eiland, maar een zandige landstreek die was doorsneden met geulen. Ten oosten van de zandkop stroomde de Overijsselde Vecht, die voor schoon drinkwater en vis zorgden. Met kleine uit steen vervaardigde harpoenen en pijlen jaagden de jager-verzamelaars op vis en watervogels. Daarnaast werd er op groot wild gejaagd en verzamelden zij knollen, vruchten en schelpdieren. De bewoners gebruikte het water om op te varen zoals de vondst van een boomstamboot in Kadoelerveld aantoont.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw werden bij Schokland opgravingen gedaan. In 1957 werd onder leiding van G.D. van der Heide, destijds archeoloog bij de Directie Wieringermeer (Noordoostpolderwerken) o.a. een prehistorische akker blootgelegd. Bij het graven van drainsleuven kwamen scherven van vaatwerk aan het licht, die aanleiding gaven tot nieuwe opgravingen. Vanaf 1982 hebben archeologen van de universiteit van Amsterdam het terrein jarenlang onderzocht en zijn veel verrassende vondsten gedaan uit diverse perioden in de prehistorie. Naast aardewerk en stenen werktuigen werden ploegsporen, vuurplaatsen en paalsporen van 4 huisplattegronden van tweeschepige huizen met een formaat van 12 x 6 meter aangetroffen. Ook zijn er voetstappen gevonden van volwassenen, een kind en één of meer honden die ongeveer 6300 jaar geleden aan de rivieroever leefden. In 1990 vonden archeologen een groot grafveld met de skeletten van zeker 20 mensen. De oudste graven zijn die van de Swifterbantcultuur, circa 4500 tot 3800 jaar voor Chr. Zij begroeven hun doden in gestrekte houding, op hun rug. De meeste gevonden skeletten zijn van mensen uit de Standvoetbekercultuur, die leefden vanaf 2600 voor Chr. De Standvoetbekermensen hadden de gewoonte om de overledenen gehurkt te begraven, vaak gewikkeld in vellen van boomschors, vrouwen met het gezicht naar het oosten, mannen met het gezicht naar het westen. In een zogenaamd enkelgraf werden de resten gevonden van een jonge vrouw van ongeveer 30 jaar oud, die rond 2600 voor Chr. overleed. Zij was op een draagbaar van eikenhouten stammetjes begraven in hurkhouding, In haar graf had zij een aardewerken beker als grafgift meegekregen. De vrouw was circa 1,65 m lang. Haar schedel is zeer goed bewaard gebleven en bevindt zich in de expositie van Museum Schokland.

De schedel is zeer kwetsbaar en mag zo weinig mogelijk worden aangeraakt. In januari 2021 heeft het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) een aantal CT-scans van de schedel gemaakt. Paleokunstenaar Remie Bakker is gevraagd op basis van de schedel een levensechte gezichtsreconstructie te maken. Aan de hand van een 3D-print zal Bakker het gezicht van de vrouw zo realistisch mogelijk modelleren. Bron: Museum Schokland. De onthulling van de gezichtsreconstructie was op vrijdag 18 juni 2021. Voorafgaand aan de onthulling werd bekend gemaakt dat de vrouw de naam Wende heeft gekregen, gekozen uit 300 inzendingen op een prijsvraag die door museum Schokland was uitgeschreven. Wende is een afkorting van Wendila, wat oud-Germaans is voor “reiziger” of “dwaler”.

Vanwege het wetenschappelijk belang is kavel NP14 als archeologisch monument aangemerkt.