Misthoornhuisje

Misthoornhuisje
Misthoornhuisje Misthoornhuisje

Plaats: Schokland

Locatie: Vluchthavenpad

Maker: Ministerie van Marine

materiaal: baksteen, hout

Jaar: 1921


Beschrijving:

De oude haven van Emmeloord bleef na de ontruiming in 1859 in gebruik als vluchthaven. In 1901 werd aan de haven een nieuwe dienstwoning voor de havenmeester annex lichtwachter gebouwd en in 1914 werd de houten lichtopstand vervangen voor een stalen exemplaar. In 1909 diende de Vereniging tot bevordering van Scheepvaart en Handel in Meppel een verzoek in om op de noordpunt van Schokland een misthoorn te plaatsen. Bij een beschikking van 10 juli werd op dit verzoek afwijzend beschikt door de minister van Marine "op grond dat het belang van de scheepvaart benoorden dat eiland niet van dien aard is, dat het gewettigd zou zijn de hoge uitgaven te doen, verbonden aan de oprichting en instandhouding van een misthoorn". Tijdens de ledenvergadering van de vereniging Scheepvaart en Handel, op 25 januari 1910 in Meppel, wezen de schippers er krachtig op dat de laatste tijd door geladen schepen, van het Zwolse Diep, Blokzijl en de Lemmer, juist veel om de noord gevaren werd. Het opstellen van een misthoorn op het noordeinde van Schokland werd door de aanwezige schippers "een eisch des tijds" geacht. Aan de minister werd gevraagd het verzoek alsnog in overweging te nemen daar men ervan overtuigd was, dat bij nader onderzoek de billijkheid van het verzoek zou blijken. Maar ook aan dit verzoek gaf de minister geen gehoor. In 1916 drong het hoofdbestuur van de schippersvereniging Schuttevaer, namens de algemene ledenvereniging, er bij de regering op aan om aan de noordpunt van Schokland een sirene te plaatsen. Op 6 maart 1918 schreef het bestuur 'der Vereeniging Stoomvaartbelangen' een brief aan de minister van Waterstaat met het eerbiedige verzoek aan zijne excellentie te willen overgaan tot het plaatsen van een sterk mistsignaal op het noordeinde van het eiland Schokland. Uit de Staatsbegroting 1918 bleek dat de vervanging van de mistklok-installatie op Urk en Marken door een misthoorn-inrichting nodig was om te voldoen aan de steeds sterker blijkende behoefte aan een meer krachtig mistsein op de eilanden. In deze begroting stond tevens vermeld dat een dergelijk mistsein-inrichting later ook aan Hoek van het IJ en op Schokland opgericht zou worden. Op 29 december 1920 werd door het ministerie van Marine het maken van een motorgebouw met toebehoren voor een misthoorn-installatie ten dienste van het loodswezen te Emmeloord op Schokland aanbesteed. De laagste inschrijver aannemer H.C. Kramer van Urk, die in 1904/1905 Het Oude Raadhuis op Urk bouwde, voerde het werk voor ƒ 8597,- uit. Op Schokland was Rijkswaterstaat de zetbaas. Zij stelden een stuk grond van 16 x 12 m ter beschikking. Havenmeester Hendrik Smit en zijn broer Harm Smit werden met de bediening van de misthoorn op Emmeloord belast.

Het op een vierkante plattegrond van 6 x 6 m opgetrokken eenlaagse gebouwtje uit 1921 staat onder een met rode dakpannen afgeknot tentdak. Op het dak stond een koperen misthoorn met de opening naar het zuidwesten gericht, die aangedreven werd door een Bronsmotor. Een misthoorn is een akoestisch hulpmiddel voor de navigatie op zee. Bij slecht zicht gaf de misthoorn met een bepaalde regelmaat een luid waarschuwingssignaal zodat schepen wisten waar het eiland lag. Het geluid van een misthoorn heeft altijd een lage toon. Geluid met lage tonen (lange golven) wordt door het menselijk oor op grotere afstand waargenomen. Misthoorns vind je vaak op of in de nabijheid van vuurtorens en aan boord van schepen. In de noordoosthoek van het misthoorngebouwtje steekt een bakstenen schoorsteen uit de kap en op alle vier de dakvlakken bevindt zich een kleine houten dakkapel met plat dak. Het gebouwtje is opgetrokken in rode baksteen. Onderste en bovenste delen van de gevels met staande stenen in Vlaams verband, middelste geveldelen met liggende stenen in kruisverband

Het Misthoornhuisje staat samen met de Lichtwachterswoning op de rijksmonumentenlijst. Het Misthoornhuisje is van groot cultuurhistorisch belang vanwege de oorspronkelijke, onverbrekelijk met het voormalige eiland Schokland verbonden functie. - Het huisje heeft ensemblewaarde als essentieel onderdeel van een groter landschappelijk geheel (het voormalige eiland) en in het bijzonder vanwege de specifieke samenhang met de haven en de nabijgelegen lichtwachterswoning. - Het huisje heeft architectuurhistorische waarde vanwege de karakteristieke, aan de functie gerelateerde hoofdvorm en vanwege de detaillering. - Het huisje heeft vanwege de oorspronkelijke funcie tevens grote zeldzaamheidswaarde. - Het misthoornhuisje is bovendien van belang vanwege de herkenbaarheid en de gaafheid van het exterieur.

Bronnen: RCE, Provinciale Drentsche en Asser courant en Schokland door de eeuwen heen.

In het Urkerland van 25 oktober 2001 stond onder de kop: "Museum Schokland is weer een schat rijker", het volgende te lezen. "De originele bouwtekeningen van de misthoorn kunnen nu getoond worden aan de bezoekers van het werelderfgoed. Het museum heeft de tekeningen uit 1921 ontvangen van de zussen Marretje Gnodde-Kramer en Willempje Hoekstra-Kramer. Bij het opruimen van de zolder van hun vader kwamen ze de tekeningen al eens tegen. Beide houden niet van weggooien, dus bleven de tekeningen netjes bewaard. Toen onlangs bekend werd dat De Lichtwachter en het Misthoorngebouwtje op Schokland gerestaureerd moeten worden, vonden beide zussen dit een mooi moment om de tekeningen aan het museum te schenken. De wethouder van cultuur van de Noordoostpolder, Jos Becker, ontving de twee Urker vrouwen op de Noordpunt van Schokland, waar De Lichtwachter en het Misthoorngebouwtje staan. Hier werden de originele blauwdrukken overhandigd". 

Kijk hier voor meer informatie.