Begraafplaats

Begraafplaats
Begraafplaats Begraafplaats Begraafplaats Begraafplaats Begraafplaats Begraafplaats

Plaats: Nagele

Locatie: Akkerstraat

Maker: Mien Ruys

materiaal: planten

Jaar: 1956


Beschrijving:

De begraafplaats in Nagele is als enige dorpsbegraafplaats niet ontworpen door de Directie Wieringermeer maar door tuinarchitecte Mien Ruys. Het gebruik van heesters en bloeiende beplanting is opvallend. In 1943 kwam Mien Ruys via een studieweek voor architecten in Doorn in contact met leden van 'De 8' en 'Opbouw', voorstanders van het 'Nieuwe Bouwen'. Op uitnodiging van één van de leden, Ben Merkelbach, werd ze kort daarna lid van 'De 8', de architectengroep die samen met 'Opbouw' het ontwerp voor Nagele maakte.
 
Licht, ruimte en leefbaarheid vormden de uitgangspunten van het 'Nieuwe Bouwen' wat zich vertaalde in een compositie van horizontale en verticale lijnen. Mien Ruys had een voorkeur voor vierkanten, rechte lijnen en geometrische vormen. Hiertegenover stelde Ruys een bonte, veelkeurige, losse en natuurlijke beplanting. De ruimte op de begraafplaats kreeg vorm door de indeling in paden en door heesterbanen en heestervakken, boomrijen en losse boomgroepen en door hagen als achtergrond voor de graven. In februari 1957 vond een bespreking over het ontwerp plaats met Piet Kelder. Kelder, die van 1946 tot 1962 vanuit Staatsbosbeheer voor de Directie Wieringermeer werkte was destijds supervisior bij het ontwerp van Ruys. Kelder was geen fan van haar beplantingsstijl die hij te romantisch vond en niet passen bij het karakter van de polder. Mien Ruys vereenvoudigde op zijn advies de beplanting. Belangrijke wijzigingen betreffen bijvoorbeeld de veldjes met kindergraven. De losse invulling die Mien Ruys hiervoor had bedacht heeft plaats gemaakt voor een strakkere belijning.
 
In het programma van eisen was gesteld dat het rooms-katholieke deel en het algemene deel van de begraafplaats gescheiden van elkaar moesten worden opgenomen respectievelijk 1/3 en 2/3 van het totale oppervlak. Mien Ruys was echter van mening dat iedereen na de dood gelijk was. Een berceau, een loofgang, waar iedere overledene zijn laatste gang door zou maken, moest deze gelijkheid symboliseren. Op het ontwerp uit 1956 is te zien hoe je de begraafplaats binnenkomt via een 40 m lange berceau. Mien Ruys bezocht in 1974 de begraafplaats. Bij een evaluatie van de groensituatie deelde zij haar bevindingen met haar collega-ontwerpers in een brief d.d. 10 juni 1974. Zij merkte het volgende op: "De begraafplaats ziet er in grote trekken goed uit en wordt goed onderhouden. De opzet was echter dat de beukenhagen langs het middenpad dit zouden overhuiven als berceau. Met ijzeren bogen zou dit kunnen worden vergemakkelijkt. Er ontbreekt nu een belangrijk element dat alsnog kan worden gemaakt en ik zou het op prijs stellen als dit nog zou gebeuren". Bronnen: Publicatie Begraafplaatsen Noordoostpolder en de folder Begraafplaats en berceau Nagele.
 
Dorpsbelang Nagele, de Groenbrigade Nagele en Museum Nagele namen het initiatief om de loofgang van haagbeuken te realiseren. Jarenlang werd naar fondsen gezocht. In 2010 zegden Heidemij, het Prins Bernhard Cultuurfond, Leader+ en gemeente Noordoostpolder financiële steun toe. Op 10 juni 2010 ging een langgekoesterde wens van zowel Mien Ruys als de inwoners van Nagele in vervulling en vond de officiële opening van de berceau plaats door het onthullen van een gedenksteen met de tekst: "Samen zijn we overal".

Vanuit de berceau valt het oog op de door Piet van der Sar ontworpen klokkenstoel die in oktober 2017 geplaatst is. De vormgeving is aangepast aan de bijzondere architectuur van Nagele en de begraafplaats zelf. In de klokkenstoel hangt een luidklok die afkomstig is van begraafplaats De Wissel in Dronten. De bronzen klok is gegoten bij de klokkengieterij van Van Bergen in Heiligerlee en in 1968 geschonken door de Rotaryclub Dronten aan de gemeente Dronten en kreeg een plaatsje op het oude beheersgebouw. Vanwege uitbreiding van de begraafplaats werd dit gebouw gesloopt. De oude luidklok voldeed niet meer en er werd in 2011 een grotere geplaatst. Door bemiddeling van Geert Popkema (1947-2016), die sinds 1986 lid was van de Rotaryclub Dronten, werd de oude klok aan Nagele geschonken. De klokkenstoel werd op 13 oktober 2017 officieel aan de Vereniging Dorpsbelang Nagele overgedragen. Na verschillende toespraken, o.a. door wethouder Wiemer Haagsma en Jan van de Wiel, voorzitter van de Roteryclub Dronten, werd de klokkenstoel in gebruik gesteld door Piet van de Sar en Mineke Geluk, weduwe van Geert Popkema en zuster van Anjo Geluk de voorzitter van Museum Nagele.

De klok wordt met vallende klepel geluid, wat wil zeggen dat de klepel tijdens het luiden op de onderrand van de klok valt. Om de grote kracht tijdens het luiden te beperken is de klok aan een krukas opgehangen, een luidas in de vorm van een omgekeerde letter U. Hierdoor komt de klok hoger ten opzichte van het draaipunt te hangen waardoor deze tijdens het luiden een minder grote zwaaibeweging maakt, wat meer weg heeft van kantelen dan van heen en weer zwaaien. Bij luiden aan een krukas komt de klepel in de klok nauwelijks in beweging, de klok slaat de klepel aan en dat is een groot verschil met het luiden aan een rechte as zoals op de begraafplaats in Creil gebeurd. Bij het luiden aan een krukas is het tempo vaak opvallend trager en de dynamiek van de luidende klok is minder. Dat wordt veroorzaakt door het geringere Doppler effect als de klok naar je toezwaait klinkt de toon verhoogd (de bim) en als de klok van je afzwaait klinkt de toon verlaagd (de bam). Bron: Historische klokkenstoelen in Nederland. De klok kan in overleg met de begrafenisondernemer gebruikt worden bij een uitvaart ter begeleiding van de rouwstoet naar het graf.

Het Keltische kruis op het rooms-katholieke deel van de begraafplaats stond tot de opheffing van de rooms-katholieke parochie in Nagele op de klokkentoren van de  R.K. St. Isidoruskerk. Tijdens de kerstening van Ierland en Groot-Brittannië tijdens de 5e en 6e eeuw namen de missionarissen veel gebruiken en tekens uit het heidense geloof over. Aan het Latijnse kruis, een kruisvorm waarvan de verticale arm langer is dan de horizontale, werd het heidense zonnewiel toegevoegd. Zo ontstond het Keltische kruis. DaF-architecten vormden het kerkgebouw om tot museum. Hun suggestie om het kruis op de toren te laten staan en het bovenste deel te verwijderen om er de T van 'tentoonstellingen' van te maken, ging Stichting Nagele Expositie te ver. 
 
Tuinarchitect
 
Wilhelmina Jacoba (Mien) Ruys werd op 12 april 1904 in Dedemsvaart geboren. Haar vader had een internationaal gerenommeerde kwekerij van vaste planten, Moerheim geheten en had veel succes met het introduceren van allerlei nieuwe planten. Mien besloot tuinarchitect te worden, een beroep waar toen in Nederland nog geen opleiding voor was. In 1923 startte haar loopbaan in de tuinarchitectuur op het ontwerpbureau van Moerheim, waar haar interesse niet zozeer uit ging naar het kweken van planten maar hun toepassing in tuin en landschap. In 1928 ging Ruys in de leer bij de afdeling tuinarchitectuur van een Engelse kwekerij in Tunbridge Wells, waar ze ingewijd werd in het ontwerpen en tekenen van tuinen en het begeleiden van de aanleg daarvan. Terug op Moerheim ging zij zich bezighouden met het maken van beplantingsplannen. In 1929 ging Mien Ruys aan het nieuwe ‘Institut für Gartengestaltung’ van de Economische Hogeschool in Berlijn. 

Begin jaren dertig werd Mien Ruys hoofd van de afdeling tuinarchitectuur van de Moerheim-kwekerij. Hiernaast volgde zij in 1931/1932 colleges bouwkunde bij M.J. Granpré Molière aan de Technische Hogeschool van Delft, wiens traditionalistische ontwerp opvattingen zij niet deelde. Haar hart ging uit naar eenvoud en helderheid en dat leidde ertoe dat zij ging samenwerken met De 8. Om wat meer centraal bereikbaar te zijn verhuisde Mien Ruys samen met de afdeling tuinarchitectuur in 1937 naar Amsterdam. Vanaf dat jaar woonde ze ’s winters in Amsterdam en ’s zomers in haar huisje op Moerheim in Dedemsvaart.

In haar proeftuinen op het terrein van kwekerij Moerheim heeft zij gedurende haar hele leven praktisch onderzoek verricht naar de toepassing van planten en materialen die geschikt waren voor toepassing in haar ontwerpen. Door haar vernieuwend gebruik van beide heeft zij de vormgeving van tuinen decennia lang sterk beïnvloed.

Mien Ruys overleed op 9 januari 1999 op 94-jarige leeftijd in Dedemsvaart.

 
Klokkengieterij
 

Andries Heero I van Bergen werd in 1768 in Oldersum geboren. Hij stamde uit een oud geslacht van klokkengieters, dat zich al sinds 1536 met dat ambacht bezig hield. In 1795 richtte Van Bergen in Midwolda een klokkengieterij op. Tot aan zijn dood op 7 juli 1847 goot hij 148 klokken, een ongekend aantal voor die tijd, maar niet genoeg om de kost mee te verdienen. Naast de gieterij runde hij een kruidenierswinkeltje annex tapperij. Andries Heero l liet twee zoons na die eveneens klokkengieters waren. Zoon Udo Andries volgde hem op, maar de zaak floreerde niet goed onder zijn leiding. In 1853 werd het bedrijf nieuw leven ingeblazen door de toen 18-jarige Andries Heero II, de oudste zoon van Udo Andries. Al na enkele jaren ontstond de behoefte aan een grotere werkplaats en werd er uitgekeken naar een geschikte nieuwe vestigingsmogelijkheid. In 1862 kreeg Andries Hero II toestemming om in Heiligerlee een klokkengieterij te stichten. In 1893 droeg hij de leiding van de gieterij in Heiligerlee over aan zijn drie zoons waarna nog 2 generaties werkzaam waren in het bedrijf.

Naast het fabriceren van klokken en torenuurwerken maakte Van Bergen ook brandspuiten en later complete brandweerwagens. Na de Tweede Wereldoorlog werden veel orders verworven om de door de Duitsers gestolen klokken te vervangen. Daarna namen de activiteiten af. Andries Heero V kon niet voorkomen dat het bedrijf in 1980 de deuren moest sluiten.