Kiepsteiger

Kiepsteiger
Kiepsteiger Kiepsteiger Kiepsteiger Kiepsteiger Kiepsteiger Kiepsteiger Kiepsteiger

Plaats: Kraggenburg

Locatie: Leemkade

Maker: Fr.-Gr. Coöp. Suikerfabriek

materiaal: beton

Jaar: 1951


Beschrijving:

De Noordoostpolder is ingericht in de tijd van de wederopbouwperiode na de Tweede Wereldoorlog. De productie van voedsel had de eerste prioriteit. De polder is in eerste instantie aangelegd om het areaal landbouwgrond in Nederland te vergroten. Alle landbouwproducten werden tot in de jaren zeventig van de twintigste eeuw per schip afgevoerd. In de hele Noordoostpolder was goederenvervoer over water mogelijk. De drie hoofdvaarten, de Urker-, Lemster- en Zwolse vaart, en de zijtakken naar de dorpen waren geschikt voor scheepvaart. De tochten zijn niet bevaarbaar omdat deze laag overbrugd zijn. De afmetingen van de toegangssluizen waren in 1936 afgestemd op een schip van 250 à 300 ton. Grotere schepen konden aanleggen aan de verschillende los- en laadplaatsen aan de rand van de polder. De omvang van de scheepvaart in de Noordoostpolder werd tot begin jaren 1970 sterk bepaald door het transport van suikerbieten naar de fabrieken nabij Groningen, in Halfweg, Puttershoek en West-Brabant.

Aan de buitenrand van ieder dorp werd bij de nabijgelegen vaart een ‘industrieterrein’ met loswal aangelegd, die in de begin jaren van de polder intensief gebruikt werd voor het laden en lossen van landbouwproducten. Kraggenburg werd in 1948 gesticht aan de zuidzijde van de Leemvaart. De vaart is doodlopend en eindigt in een zwaaikom, een plaatselijke verbreding van een vaarwater waar lange schepen kunnen keren. De naam is afgeleid van de beweging die een schip bij deze draai maakt en de vorm van het water. Dankzij de aanwezigheid van de zwaaikom is het dorp voor grotere schepen goed bereikbaar. De schepen werden doorgaans 'met de kop naar buiten' afgemeerd. Bij Kraggenburg moest het schip dan eerst draaien voor het aan de loswal aanmeerden. Aan de oostkant van de Leemvaart werd in 1948 een loswal aangelegd. Het maken van deze loswal, met stalen damwand die in Luxenburg vervaardigd was, werd tezamen met 2 loswallen in de Enservaart voor ƒ 51.400,- opgedragen aan J.G. Steensma uit Lemmer. De Fries-Groningsche Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek liet bij de loswal een weegbrug met bedieningshuisje bouwen om tijdens de bietencampagne suikerbieten van de leden te wegen voordat deze in een binnenvaartschip werden overgeslagen. Ieder dorp had een bietenagent die het bietentransport coördineerde. Hij zorgde dat op het juiste moment een schip de bieten kwam halen. De suikerfabriek had daarvoor vervoerscontracten met binnenschippers afgesloten. Tevens zorgde de bietenagent ervoor dat er voldoende bieten op de loswal afgeleverd werden zodat de schipper niet lang hoefde te wachten.

Aan het eind van de loswal staat een bijzondere steiger uit de tijd dat de overslag van landbouwproducten nog op de loswal plaats vond. In het Driemaandelijksch bericht betreffende de Zuiderzeewerken 1951, 1e en 2e kwartaal, staat dat voor het bouwen van laadsteigers aan de Kade in Emmeloord, bij Marknesse, Kraggenburg en Ramspol vergunningen zijn verleend voor de Friesch-Groningsche Coöp. Beetwortelsuikerfabriek te Groningen. De laadsteiger ofwel kiepsteiger zoals die in de binnenvaart genoemd wordt, is een op een oprit gelijkende betonnen constructie die een eind boven en buiten de kade uitsteekt. De trekkercombinaties of vrachtauto's reden achteruit de laadbrug op en kiepten hun lading rechtstreeks in het ruim van het eronder liggende schip. De kiepsteiger werd veelvuldig tijdens de bietencampagne gebruikt, maar ook voor het overladen van andere landbouwproducten zoals graan, aardappelen, penen en uien. De kiepsteiger is niet meer in gebruik. In de loop der jaren werd het bietenvervoer per schip vanuit de Noordoostpolder steeds minder. In 1973 schakelde de Suiker Unie, een fusie van coöperatieve suikerfabrieken in Dinteloord, Groningen, Puttershoek, Roosendaal en Zevenbergen, grotendeels over op de aanvoer van suikerbieten via de weg. Nog maar een kwart van de bieten werd dat jaar per schip afgevoerd. Als gevolg hiervan werden voor de campagne de loswallen in Breskens, Walsoorden, Bruinisse, Raamsdonk, Waddinxveen en Geldermalsen gesloten en binnen de Noordoostpolder 11 van de ca. 20 loswallen. In vijf jaar tijd was het aantal laadplaatsen in Nederland afgenomen van 82 tot 19. In de Noordoostpolder bleven alleen nog de grote losplaatsen aan de Urkervaart in Emmeloord, de haven in Lemmer, Schokkerhaven en Ramspol in gebruik. In 1977 besloot de directie van de Groninger Suiker Unie dat het bietenvervoer per schip vanaf 1978 afgeschaft zou worden. Vanaf dat jaar werden de suikerbieten rechtstreeks per vrachtwagencombinatie naar de suikerfabriek gebracht. De pas gerooide bieten werden op het erf gegooid, daar door de transporteur opgehaald en naar de fabriek gereden.

In Emmeloord, Marknesse en Ramspol zijn ook kiepsteigers te vinden. In Creil, Rutten, Luttelgeest en aan de Zuiderkade in Emmeloord hebben kiepsteigers gestaan, maar die zijn in de loop der jaren verdwenen. Over het algemeen spreekt men in Nederland over een laadsteiger, kiepsteiger of bietensteiger. In de Noordoostpolder daarentegen wordt een kiepsteiger aangeduid als bietenbrug en dat terwijl de uitdrukking 'de bietenbrug op gaan' betekent 'fout gaan', 'verkeerd aflopen', 'in de problemen raken'.

In 2022-2023 is de loswal opgeknapt en verfraait met hagen, bomen en verlichting. Alle begroeiing op en rondom de kiepsteiger is verwijderd. Op het 'uitkijkpunt' op de kiepsteiger heeft Timmermans Constructies uit Marknesse een cortenstaal kader geplaatst, waarin een toepasselijke tekst van Joke Schotalbers en Maureen Verwer is uitgesneden, die alsvolgt luidt: Het geluid van vallende suikerbieten en graankorrels. Door boeren geoogst. Door schippers vervoerd over water. Op deze plek. Stil staan in gedachten. Uitkijkpunt van herinnering. De opknapbeurt van de Leemkade en omgeving heeft zo'n € 460.000,- gekost. Daarvan kwam € 120.000,- uit LEADER-subsidie en de gemeente droeg hetzelfde bedrag uit het programma Zuiderzeelijngelden bij. Kern met Pit betaalde € 1500,- en de ANWB € 2500,-. De initiatiefnemers hebben zelf € 44.000,- meebetaald. Dat bedrag bestond uit sponsorgeld, eigen bijdragen en vrijwilligersuren. Daarnaast stelde de gemeente € 60.000,- beschikbaar voor de opknapbeurt van het bedrijventerrein en € 98.000,- voor het onderhoud van de openbare ruimte. De omvorming van de Leemkade tot een groene en recreatieve boulevard viel door de stijgende grondstofprijzen en bouwtarieven € 14.000,- hoger uit dan aanvankelijk begroot. Dit bedrag is door de gemeente bijgelegd. Op 2 november 2023 is de heringerichte Boulevard Leemkade feestelijk geopend. Gedeputeerde Harold Hofstra van de provincie Flevoland en wethouder Toon van Steen van de gemeente Noordoostpolder hebben de openingshandeling verricht door een nieuw informatiebord van Natuurmonumenten te onthullen. Bronnen: De Noordoostpolder; Omroep Flevoland, Diverse nummers van de Dorpskrant van Kraggenburg 'De Uitkijk'. 

Uit cultuuurhistorisch oogpunt valt te betwijfelen of de omkadering een verfraaiing is. Alle aandacht gaat uit naar het cortenstale kader, wat afbreuk doet aan de kiepsteiger.

Meer lezen over het bietenvervoer in de Noordoostpolder klik hier.