Luchtwachttoren 6K3

Luchtwachttoren 6K3
Luchtwachttoren 6K3 Luchtwachttoren 6K3 Luchtwachttoren 6K3 Luchtwachttoren 6K3

Plaats: Ens

Locatie: nabij Drietorensweg

Maker: M.Zwaagstra

materiaal: beton

Jaar: 1953


Beschrijving:

In het dorpsbos van Ens bevindt zich de betonnen fundering van luchtwachttoren 6K3, codenaam 'Karel 3'. In de jaren vijftig werden deze torens geplaatst in opdracht van het Korps Luchtwachtdienst op plekken waar geen hoge gebouwen waren. De luchtwachttoren heeft onderdeel uitgemaakt van een netwerk waarnemingsposten uit de Koude Oorlog (1945-1989). De Koude Oorlog, een periode van gewapende vrede tussen de communistische en de kapitalistische wereld, leidde tot de opbouw van een infrastructuur om op een eventuele nieuwe oorlog voorbereid te zijn. In 1950 werd het Korps Luchtwachtdienst (KLD) opgericht, als onderdeel van het Commando Luchtverdediging van de Koninklijke Luchtmacht. De KLD zette een net van 276 waarnemingsposten over heel Nederland op, waarbij zoveel mogelijk gebruik gemaakt werd van reeds bestaande torens en hoge objecten. Het netwerk kostte tientallen miljoenen. In de periode 1951-1955 werden zo'n 140 nieuwe torens gebouwd. De kosten van een toren liepen, afhankelijk van de hoogte, uiteen van ƒ 5.200,- tot ƒ 15.000,-, dat is omgerekend € 2.360,- tot € 6.800,-. Hier kwamen de kosten voor het fundament, variërend van ƒ 1.500,- (€ 680,-) tot ƒ 4.000,- (€ 1.815,-), nog bovenop. 

'Nil Vigilanti Praeterit’ was destijds het motto van het Korps Luchtwachtdienst, oftewel 'niets zal de waakzamen voorbij gaan'. Vanuit de observatieposten konden mogelijke vijandige vliegtuigen gesignaleerd worden die op een hoogte van minder dan 900 m vlogen. Het met oog en oor bewaken van het luchtruim was nodig omdat de radartechniek nog niet effectief tegen laagoverkomende vliegtuigen kon worden ingezet. De torens stonden maximaal 16 km van elkaar, aangezien 8 km de maximale afstand was waarop vliegtuigen gehoord konden worden. Nederland was opgedeeld in 8 sectoren, luchtwachtgroepen genaamd. Binnen een groep werden kringen ingericht, die bestonden uit drie luchtwachttorens die samen een driehoek vormden. In de Noordoostpolder waren 3 luchtwachtposten die vielen onder luchtwachtcentrum Sector 6 dat in Leeuwarden was gevestigd. Sector 6 bestond uit 34 torens die in 11 kringen waren verdeeld. Een luchtwachtpost werd aangeduid door een cijfer, een letter en weer een cijfer. Het eerste cijfer is het nummer van het luchtwachtcentrum, de letter is de aanduiding van de luchtwachtkring en het laatste cijfer is het volgnummer van de luchtwachtpost binnen de kring.

In Driemaandelijksch bericht betreffende de Zuiderzeewerken 2e halfjaar 1953 staat op blz. 372-373 dat er door het Openbaar Lichaam De Noordoostelijke Polder vergunningen verleend werden voor het bouwen van 2 uitkijkposten. De bouwvergunning was op 3 juli afgegeven. Luchtwachttoren 6K3 is in het laatste kwartaal van 1953 gebouwd. De toren vormde samen met luchtwachtpost 6K1 op Urk en 6K2 bij Emmeloord een kring. De aangrensende kringen werden gevormd door de drie posten van luchtwachtkring N in Sector 2 (Amersfoort) en de luchtwachtkringen I en J in sector 6. De luchtwachttoren 6J1 was ingericht op de 35,45 m hoge watertoren van Kuinre. In Steenwijkwold (Thij) en Vollenhove waren raatbouwtorens gebouwd waarvan aan de Schaarweg in Vollenhove (6J3) de fundering nog aanwezig is. In Thij (6J2) stond de toren aan de Thijendijk. Door de luchtwachters van de luchtwachtkringen 6J en 6K werd af en toe gezamenlijk geoefend in Emmeloord.

In vredestijd werden de luchtwachtposten alleen bij oefeningen gebruikt. In tijden van spanning of dreigende oorlog moesten de posten continue bemand worden. Voor een 24-uurs dienst waren 16 man nodig. De vrijwilligers, die een opleiding in vliegtuigherkenning hadden gevolgd, mochten niet meer dan 8 km van de post wonen. De gedachte was dat zij de luchtwachttoren in korte tijd per fiets moesten kunnen bereiken. Elke toren werd bemand door twee vrijwilligers die 3 uur lang naar laagvliegende vliegtuigen speurden voordat ze afgelost werden. Hiervoor hadden ze de beschikking over een vizierkijker en luisterapperatuur. De waarnemer bediende het luchtwachtinstrument, dat bestond uit een ronde tafel waarop een kaart met de verdeling van het luchtruim en een statief met aanwijsnaald was aangebracht en waarop de positie van het laagvliegende toestel kon worden afgelezen. Op het statief was een verrekijker bevestigd waarmee het luchtruim onafgebroken werd afgespeurd. De verbindingsman stond door middel van een koptelefoon met microfoon voortdurend in telefonische verbinding met de andere posten in de kring en met het regionaal meldpunt, het luchtwachtcentrum, dat weer in verbinding stond met het Sector Operations Centre, het landelijke commandocentrum dat van 1950 tot 1958 in Driebergen gevestigd was en daarna in Nieuw Milligen op de Veluwe. De drie en in sommige gevallen vier uitkijk- en observatieposten in een kring stelde via driehoeksmetingen de positie van een vliegtuig zo nauwkeurig mogelijk vast. Bron: Stichting Militair Erfgoed. De luchtwachters oefende de eerste 2 jaar maximaal 300 uur, daarna maximaal 100 uur per jaar. Er werd 2 uur per week in kringverband geoefend. De vrijwilligers kregen ƒ 1,25 (€ 0,57) per lesavond, ƒ 1,- (€ 0,45) per practische oefening en na 2 jaar dienst een premie van ƒ 100,- (€ 45,38). De luchtwachters waren gekleed in een blauw-grijs luchtmacht uniform. In november 1956 waren er 4 torens in Sector 6 nog niet op volledige bezetting, Ens was daar één van. Gerrit van Dijk uit Ens was tien jaar postcommendant van toren 6K3.

De luchtwachttorens waren gebouwd van geprefabriceerde schokbeton raatbouwelementen, panelen met vierkante openingen die geleverd werden door N.V. Schokbeton uit Kampen. Het ontwerp was in opdracht van het Ministerie van Oorlog gemaakt door de Haagse architect Marten Zwaagstra. In Nederland werden 23 variaties gebouwd, varierend van 2,52 m tot 31,02 m hoogte, telkens met een verschil van 1,14 m. Deze laatste maat werd bepaald door drie betonraten, elk 38 x 38 cm groot. De uitvoering en hoogte van de torens was afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden. De hoogte in centimeters, gerekend tot aan de vloer van het uitkijkplatform, werd gebruikt voor de typeaanduiding van de toren. Deze typeaanduiding was dus niet de totale hoogte. Bovenop de toren was de observatiecabine, die bestond uit een open ruimte met een 1,52 m hoge borstwering. De luchtwachttoren 6K3 in Ens was van het type E936. De 24 raten hoge toren had een totale hoogte van 10,88 m (9,36 m + 1,52 m). De toren bestond uit een betonnen fundering van 3 x 3 m met afgeschuinde hoeken waarop 4 verticale betonnen balken geplaatst waren die om de 2 m werden verbonden met horizontale balken. Hiertussen werden raten gemonteerd met gegalvaniseerde bouten. Het fundament van de toren rust op 4 betonnen palen van 12 m lang. De toren kostte inclusief de fundering ƒ 14.000,-. De onderste 7 raatbouwelementen waren aan de buitenzijde betegeld met betontegels om inklimmen tegen te gaan. Het uitlopende uitkijkplatform was aan de binnen- en buitenzijde betegeld om de inwerking van scherven en exploderende projectielen tegen te gaan. De dikte van de borstwering bedroeg 8 cm. Aan de zuidwestzijde bevond zich een lager gelegen overdekte schuilnis van 3 m breed, 2 m hoog en 1 m diep. De wanden van de schuilnis waren aan de binnenzijde afgezet met Heraklith-platen, vezelcementplaten, als extra beveiliging tegen mitrailleurvuur. Het uitkijkplatform was bereikbaar via houten trappen die verbonden waren door middel van raatbouwelementen, waarvan een deel betegeld was om dienst te doen als overloop. Het open gedeelte van het platform en het trappenhuis aan de noordoostzijde waren door middel van een borstwering van elkaar gescheiden. De toegangsdeur tot de toren was van hout.

Omdat luchtwachttorens sterk afstaken in het landschap werden ze veelal langs of in bosranden geplaatst. Sommige torens werden in een doffe geelgroene of grijsbruine kleur geschilderd om ze minder te laten opvallen vanuit de lucht. Op luchtfoto's uit 1954 en 1955 steekt de luchtwachttoren in Ens wit af tegen het omringende landschap. Een luchtopname van 31 oktober 1956 toont aan dat luchtwachttoren 6K3 geschilderd is. Op de foto is dan alleen nog de slagschaduw van de toren zichtbaar. 

Het netwerk van observatieposten heeft nooit in een oorlogssituatie hoeven functioneren. Door de voortschrijdende techniek op het gebied van luchtruimwaarneming werden de diensten van de KLD op den duur overbodig. Ook het verdwijnen van propellorvliegtuigen ten gunste van straaljagers was een belangrijke reden. In 1964 is het korps Luchtwachtdienst ingekrompen, waarbij de posten in het zuiden en midden van het land zijn opgeheven. Ook luchtwachtkring 6K in de Noordoostpolder werd op 1 april 1964 ontbonden en de toren in Ens werd nog datzelfde jaar gesloopt. Bijzonder is dat de funderingen van alle drie de luchtwachttorens in de Noordoostpolder nog aanwezig zijn. In 1968 werd het KLD definitief opgedoekt. Op 1 juni werden de laatste twee nog functionerende luchtwachtgroepen in de noordelijkste kustregio's, Leeuwarden en Alkmaar, opgeheven. Moderne vliegtuigen en geperfectioneerde radarsystemen bewaken voortaan het Nederlandse luchtruim.

Hoe de luchtsignalering in de praktijk werkte kunt u zien in de 14 minuten durende voorlichtingsfilm Kijken, Luisteren, Doorgeven uit 1955. Wilt u meer over dit onderwerp weten, lees dan het artikel Luchtwachttorens, militair erfgoed uit de Koude Oorlog. De toren die in dit artikel genoemd wordt als luchtwachttoren Ens is nooit als zodanig in gebruik geweest maar in 1956/1957 gebouwd als Uitzichttoren N.O.P

Lees hier  'Het raadsel van luchtwachttoren Ens opgelost'. 

In de week van 20 juni 2022 is bij het fundament van de luchtwachttoren een informatiebord geplaatst om de geschiedenis van de toren uit de vergetelheid te halen. Het bord is tot stand gekomen op initiatief van het Cultuur Historisch Centrum Noordoostpolder en Stichting Canon De Noordoostpolder, in samenwerking met Sandra van Lochem van www.luchtwachttorens.nl en de gemeente Noordoostpolder. Het tweezijdige kantelpaneel in cortenstalen frame is vormgegeven door Oscar Langevoord van Buro NIV uit Renkum. In de linker staander is de tekst '6K3 Ens' uitgespaard. In de zijkant van de staanders is het silhouet van een luchtwachttoren verwerkt. Op 9 september 2022, exact 80 jaar nadat de Noordoostpolder officieel droogviel, werd het informatiebord onthuld door wethouder Toon van Steen en Egbert de Vos van Stichting Canon De Noordoostpolder. 

Bron luchtfoto Ens met lucntwachttoren 6K3 uit 1954: Nationaal archief

Architect

Marten Zwaagstra werd op 15 augustus 1895 in het Friese Mildam geboren. Zijn vader was boer en dorpstimmerman. Marten moest meehelpen op het boerenbedrijf maar was meer geïnteresseerd in timmerwerk. Zodra het kon ging hij naar de net geopende ambachtsschool in Heerenveen en deed er ook nog de toen bestaande zogenaamde avondtekenschool bij. Marten stond 's morgens om 5 uur op, ging de koeien melken en liep vervolgens ruim 10 km naar Heerenveen. Tegen middernacht kwam hij weer thuis. In 1912 haalde hij van beide opleidingen zijn diploma. Na de militaire dienst studeerde hij aan de MTS in Leeuwarden waar hij in 1920 het diploma Bouwkunde behaalde en drie jaar later studeerde hij af aan de afdeling Weg- en Waterbouw van de Technische Hogeschool in Delft. In 1928 treedt hij in dienst bij de Gemeentelijke Dienst voor Bouw-en Woningtoezicht in Den Haag als Hoofdinspecteur-Constructeur. Na de Tweede Wereldoorlog verliet hij de overheidsdienst en begon in 1946 een eigen architectenbureau.

Architect Zwaagstra, die pionier was in het werken met gewapend beton, kreeg diverse patenten voor betonconstructie’s t.b.v. de woningbouw. Samen met Schokbeton richtte hij de N.V. Raatbouw op. Het raatbouwsysteem bleek succesvol. In 1950 werd op het terrein van N.V. Schokbeton in Kampen binnen 17 dagen een experimentele woning gebouwd volgens het raatbouwsysteem. Dat maakte kennelijk indruk op de Genie die was ingeschakeld voor de bouwkundige zaken van de KLD.  In opdracht van het toenmalig Ministerie van Oorlog maakte Marten Zwaagstra vervolgens het standaardontwerp van de luchtwachttorens die in Nederland zijn gebouwd. De torens zijn opgetrokken uit transparante 'prefab' betonelementen volgens het 'raatsysteem'. De productie en de constructie van de luchtwachttorens werden uitbesteed aan de firma N.V. Schokbeton in Kampen, die kans zag om binnen tien maanden 1.500 meter toren af te leveren.

Van 1956 tot 1958 werd de Frisoflat in Voorschoten gebouwd naar een ontwerp van Zwaagstra. Het flatgebouw is een voorbeeld van een skeletbouw als draagconstructie, met daartussen vulwanden van drijfsteen. 

Op 31 juli 1988 overleed Zwaagstra op 93- jarige leeftijd in Katwijk aan Zee.