Oude haven Kuinre

Oude haven Kuinre
Oude haven Kuinre Oude haven Kuinre Oude haven Kuinre Oude haven Kuinre

Plaats: Bant

Locatie: Hopweg

Maker:

materiaal: hout

Jaar: 1743


Beschrijving:

De oude haven en het havenhoofd aan de Hopweg herinneren aan de tijd dat Kuinre nog een Zuiderzeeplaats was en er een levende handel gedreven werd met Amsterdam. Vanaf de 15e eeuw was Kuinre tot grote bloei gekomen door de boterhandel. In de 16e, 17e en 18e eeuw woonden er veel boterkopers in Kuinre, jaarlijks werden duizenden tonnen boter naar de plaatselijke waag gebracht om te worden gewogen. Daarnaast was Kuinre vooral afhankelijk van de doorvoer van turf, dat in het achterland gewonnen werd. De havenplaats aan de oostwal van de Zuiderzee, lag eigenlijk aan de verkeerde kant, namelijk meestal aan lagerwal. Het was voor schepen moeilijk om weg te zeilen. Bovendien deponeerde de westenwind zand en slib voor de haven. De toegang tot de haven werd door de verzanding in de loop der tijd steeds slechter.

Na 1725 liep de aanvoer van boter terug, wat werd toegeschreven aan de verzanding van het Diep. Om het handelsverkeer nieuw leven in te blazen werd in 1743 het besluit genomen om een nieuw scheepsdiep aan te leggen. Het beheer over het Scheepsdiep werd in handen gelegd van drie directeuren die gekozen waren door de schout, burgemeester en gemeentelieden. In westelijke richting werd een 1,7 km lange vaargeul naar dieper water gegraven. Een dubbele strekdam moest de vaargeul tegen verzanding beschermen en maakte het bevaren van de haven van Kuinre mogelijk. De haven lag buitensdijks langs de Havendijk en was een aftakking van het Nieuwe Kanaal waarin de Overijsselse Linde en de Friese Kuinder samenkwamen. Na ongeveer een kilometer boog de haven af in zuidelijke richting, aan het einde lag de havenmonding. Op de rechterdam stonden twee havenlichten. Zag men die op één lijn dan voer men recht de haven binnen. Het verwachte herstel van het scheepsverkeer door de aanleg van het Scheepsdiep bleef echter uit. Kuinre bleek niet opgewassen tegen de toenemende concurentie van naburige dorpen.

In 1936 werd een begin gemaakt met de inpoldering van de Noordoostpolder. Het laatste dijkgat, ten zuiden van Schokland, werd op 13 december 1940 gedicht. In augustus 1941 was het polderpeil al 1,60 m gedaald en dat had tot gevolg dat een langgerechte strook van 900 ha langs de vroegere kust tussen Blokzijl en Kuinre droog was komen te liggen. De oude haven van Kuinre werd omringd door polderland. In een artikel in Het Volk van 26 augustus 1941 staat: " […] Op de vroeger door het Zuidersop overspoelde zeebodem kunnen thans verre wandelingen worden ondernomen en wie deze uitgestrekte vlakte wil exploiteren behoeft niet bang te zijn dat hij met natte voeten thuis zal komen! […] Op het Kuinderse havenhoofd zullen zich nimmer meer mannen in oliegoed vertonen! Het zilte avontuur is er niet meer te beleven want het water is geweken en er is geen geweld meer te keren. Het Kuinderse havenhoofd komt ons op deze zomerse morgen als iets onwerkelijks voor. Het zwarte houtwerk ruikt niet meer naar teer of zout, er strijken geen meeuwen neer op het voor immer gedoofde havenvuur en tussen de basaltblokken woekert een weelde van bitter geurend onkruid, waarboven een heir van bezige muggen een 'preludium mortis' zoemt. Of geen preludium want er is hier iets gestorven: het oude voorbije, dat verdwijnen moest om plaats te maken voor het nieuwe. […]"

De leidammen van het havenhoofd waren bekleed met basalt, een materiaal dat uit het buitenland moest komen en dus in de oorlog schaars was. De stenen werden verwijderd en hergebruikt in de polderdijken. Het historische havenhoofd bleef als ruïne achter. In de jaren 1990 is de haven in oude staat teruggebracht. De tand des tijds had de lichtwachterhuisjes en de fundering van de steiger echter aangetast. In 2016 is het havenhoofd door Staatsbosbeheer gerestaureerd. Er zijn twee nieuwe lichtwachtershuisjes gemaakt, de houten rand rondom de basaltstenen is hersteld, de fundering van de steiger is verstevigd en aan de overzijde is een nieuw baken aangebracht. Het havenhoofd van de voormalige zeehaven bij Kuinre is een historisch waterstaatsmonument op het droge. De gerenoveerde oude haven is op zondag 11 september 2016 heropend. Dit gebeurde met de symbolische overhandiging van een cheque van € 12.800,- van het Buitenfonds aan boswachter Harco Bergman. Het oude havenhoofd laat als cultuurhistorisch relict duidelijk een contrast tussen oud en nieuw land zien. 

Veel schepen zijn in het zicht van de haven voor de kust van Kuinre vergaan. Na de inpoldering werd daar een grote concentratie scheepswrakken aangetroffen. Nergens in Flevoland werden zoveel scheepswrakken binnen een paar vierkante kilometer gevonden.