Petrakerk

Petrakerk

Plaats: Urk

Locatie: Wijk 8-41

Architect: F. van der Laan

materiaal: div. materialen

Jaar: 1954 - 1955


Beschrijving:

In 1942 viel de Noordoostpolder droog. Op dit nieuwe land werd in 1954 - 1955 door de fa. R.P. Kale en Zn uit Urk een gereformeede kerk in een variant op de Amsterdamse school gebouwd, naar een ontwerp van architect F. van der Laan uit Delfzijl. De eerste steen werd op 26 augustus 1954 gelegd door ds. Harke Rommert Groenevelt (1908-1986). De tekst op de steen luidt:

GEREFORMEERDE KERK
26 AUGUSTUS 1954
WERD DE EERSTE STEEN VAN DIT KERKGEBOUW GELEGD
DOOR DE WELEERW. HEER H.R. GROENEVELT V.D.M. TE URK
EFEZE 2:20
"GEBOUWD OP HET FUNDAMENT DER APOSTELEN EN PROFETEN
WAARVAN JEZUS CHRISTUS IS DE UITERSTE HOEKSTEEN
PSALM 26:8
WAT BLIJDSCHAP SMAAKT MIJN ZIEL
WANNEER IK VOOR U KNIEL
IN 'T HUIS DAT GIJ U HEBT GESTICHT

De kerkenraad besluit op 8 juli 1955 dat de naam van de nieuwe kerk “Petrakerk” wordt, hierbij verwijzend naar de tekst uit Efeze 2 vers 20 op de 'eerste steen'. Op zaterdag 16 juli 1955 was de officiële opening. Een dag later werden de eerste zondagse erediensten gehouden. De Petrakerk is geheel volgens de vooroorlogse principes van de gereformeerde kerkbouw gebouwd. Tussen de twee wereldoorlogen ging de gereformeerde kerk terug naar de plattegrond van de 17e eeuwse renaissancekerk met het byzantijnse kruis als grondmotief. Het woord en sacrement stonden centraal en waren voor iedereen zichtbaar. Het koor werd weggelaten en de koorwand afgesloten met kansel en orgel. De Petrakerk is als één van de weinige naoorlogse kerken als echte gereformeerde kruiskerk gebouwd. Op de kruising van het gebouw staat een dakruiter die bekroond wordt door een windwijzer. Omdat deze op de kruising staat wordt het een vieringtoren of vieringsdakruiter genoemd. In de dakruiter hangt een luidklok die in 1947 door de firma Petit & Fritsen uit Aarle-Rixtel voor de Bethelkerk gegoten werd. De inscriptie luidt: “De oude ontnam ons de Duitsche tyran A.D. 1943. Deze werd verkregen onder Godes zegen A.D. 1947. O God, wij gedenken Uwer weldadigheid in het midden Uws tempels”. Omdat de klok te zwaar bleek voor de dakruiter op de Bethelkerk werd hij in 1955 overgebracht naar de Petrakerk. De bronzen klok weegt 373 kg, heeft een diameter van 81,7 cm en slagtoon B.

Het liturgisch centrum bevat een kansel, een doopvont, twee kerkenraadsbanken, een lezenaar, twee rekken met in totaal 24 collectezakken en een liturgietafel met een kaars en een vaas met bloemen. De oude kanselbijbel onder een glazen afdekplaat ligt open bij ”De Propheet Jesaja”, bij ”het XX Capittel”. In de noordgevel van de kerk bevinden zich 6 gebrandschilderde glas-in-lood ramen die naar alle waarschijnlijkheid ontworpen zijn door architect Van der Laan. Helemaal bovenaan wordt het Woord van God uitgebeeld met links daaronder een voorstelling van het Heilig Avondmaal en rechts een schild. Helemaal onderaan is een zeilschip afgebeeld, met links daarboven een duif als symbool voor het uitdragen van het evangelie naar alle landen en volken en rechts een uitbeelding van de wonderbare spijziging. Soortgelijke ramen met geloof, liefde, hoop, toren, bazuin en harp hebben de zuidgevel gesierd. Achter in de kerk bevinden zich de predikantenkamer en de consistorie. In de toegangsdeuren naar deze ruimtes zitten twee gezandstraalde ramen met in beide de afbeelding van een schip. In de jaren 1983-1985 werd de Petrakerk gerestaureerd. De glas-in-loodramen uit het raam aan de zuidzijde verdwenen uit de kerk. Nadat ze verwijderd waren hebben deze ramen een kleine twintig jaar een plaats ingenomen in het ronde glas-in-loodraam van de Bethelkerk. Vanwege de slechte staat is dit raam in 2001 vervangen door een nieuw raam. De 6 gebrandschilderde ramen werden op de zolder van de Petrakerk opgeslagen. Ook boven de hoofdingang hebben eveneens 6 ramen gezeten met o.a. een toren, een rots, de Alpha en Omega.

Toen de Petrakerk in 1955 in gebruik genomen werd was het kerkorgel nog niet gereed. Tot 7 maart 1957, toen het orgel in gebruik werd genomen, werd de gemeentezang begeleid met behulp van het elektrisch harmonium dat in 1949 door orgelbouwer J. Th. Ruijf uit Dedemsvaart geleverd was voor de noodkerk en vandaar mee verhuisde. Het orgel is in 1956 gebouwd door de firma J.C. Sanders & Zoon uit Utrecht volgens de vooroorlogse principes. Vanaf het begin van de 20e eeuw tot in de vijftiger jaren bouwde men zogenaamde romantische orgels. Deze instrumenten waren over het algemeen rond en warm van klank. Als reactie daarop ontstond na de Tweede Wereldoorlog een stroming waaruit het neo-barokorgel voortgekomen is. De orgelcommissie wilde echter een zuiver mechanisch instrument, dat wat betreft de dispositie gemaakt was in de geest van het Meere-orgel in de Bethelkerk. Het volgens het mechanische sleepladensysteem uitgevoerde orgel telt 20 registers (series orgelpijpen) en heeft 2 rijen toetsen (manualen) en een pedaal. Met het onderste manueel bespeelt de organist het hoofdwerk, met het bovenste het bovenwerk. Het ontwerp van het front is na overleg tussen orgelbouwer J.C. Sanders & Zoon en architect F. van der Laan tot stand gekomen, zodat het aansluit bij het kerkinterieur. Bij de officiële ingebruikneming werd het bespeeld door organist Feike Asma (1912-1984). In het najaar van 1989 werd het pijporgel gerestaureerd door de firma Ernst Leeflang uit Apeldoorn, die ook de dispositie enigszins wijzigde. Adviseur hierbij is drs. J.J. van der Harst, die twee jaar daarvoor ook als adviseur was betrokken bij de restauratie van het orgel in de Bethelkerk. Op donderdag 21 december 1989 werd het orgel officieel weer in gebruik genomen. Kijk hier voor meer informatie over het orgel. 

Op Urk bezitten alle kerken één of meer kerkschepen. In de Petrakerk staat voor het orgelfront een scheepsmodel van een botter, een oud Nederlands type vissersvaartuig met een plat tot licht V-vormig vlak. Het is het model van de laatste zeilbotter van Urk, die eigendom was van Jelle Hakvoort en in het Visserijregister stond ingeschreven als de UK 89. Het registratienummer verwijst ook naar Psalm 89: "'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheen". Het 96 cm lange spantmodel is in de Tweede Wereldoorlog (ca. 1943) gebouwd door de Urker timmerman Jelle Loosman (1916-2005), kleinzoon van dorpsomroeper Jelle Albertz. Loosman, de maker van het scheepsmodel dat in de Bethelkerk hangt. Een eikenhouten spantmodel wordt net als echte schepen uit losse onderdelen (spanten) opgebouwd. Het begint met de kiel en van daaruit worden de gebogen spanten aangebracht. De scheepshuid (gangen) wordt dan plank voor plank gebogen en aangebracht. Het scheepje is karveel gebouwd, wat betekent dat de huidplanken met de lange zijden glad tegen elkaar aanliggen. Omstreeks 1956 is het model van de UK 89 aangekocht door de bouwcommissie van de kerk, die daar geld voor had ingezameld onder de gemeenteleden. Eigenlijk wilde architect Van der Laan het scheepsmodel helemaal niet in de kerk hebben, omdat het niet zou passen bij het interieur. Eén van de broeders van de bouwcommissie zei daarop tegen de architect: “Het komt er in en wij wachten net zolang tot u weggaat en dan zetten we het op zijn plaats en een knappe die het er weer uitkrijgt”. Het scheepsmodel is compleet opgebouwd en opgetuigd en heeft de kor, omhoog opgetrokken, aan de mast te drogen hangen. Het werk is klaar, de rustdag is aangebroken. Het kerkscheepje verbeeldt de vraag welke koers ons levensscheepje voorligt, is dat de koers die de bijbel ons wijst? Het was de bedoeling om het scheepje op te hangen, maar omdat dit niet mogelijk was is het voor het orgelfront geplaatst. In de jaren 1970 is het scheepje gerestaureerd door modelbouwer Jan Koffeman, die de kerkscheepjes voor de Eben Haëzerkerk (1962), De Poort (1974) en De Ark (1974) heeft gemaakt.

In 2017 is de Petrakerk grondig gerenoveerd. De kerkzaal is iets kleiner geworden, de inkomsthal wat groter, alles werd in de verf gezet en het podium werd opgeknapt. Omdat de kerk voorzien werd van dubbelglas zijn de resterende 6 gebrandschilderde glas-in-loodramen uitgenomen en gerestaureerd door glazenier Goos Vreugdenhil van atelier De Glazen Zee in Steenwijk. De ramen waren dermate beschadigd dat al het lood vervangen moest worden. Diverse glasstukken zijn met speciale glaslijm verlijmd en konden in het nieuwe lood gezet worden. Enkele stukken waren zo beschadigd dat ze niet meer opnieuw gebruikt konden worden en derhalve zijn 'nagemaakt'. Na de restauratie zijn de ramen in een metalen framewerk geplaatst en aan de binnenzijde van de kerk voor het nieuwe isolatieglas bevestigd. Het kerkorgel werd door Orgelmakerij Reil schoongemaakt. Alle pijpen werden nagekeken waarbij vooral de tongwerken onder handen zijn genomen. Er zijn aanpassingen gedaan aan de speelmechaniek, de magazijnbalg is voorzien van nieuw leer en er vond één dispositiewijziging plaats. De Scherp 3 st. van het bovenwerk maakte plaats voor een Dulciaan 8', die afkomstig was van het orgel in de Bethelkerk dat daar in 2011 vanwege de restauratie overbodig raakte. Het scheepsmodel van de UK 89 werd opgeknapt door Hendrik Harm de Boer. Hij heeft de botter afgetuigd, helemaal schoongemaakt en weer opgetuigd met nieuwe zeilen, die door z'n vrouw Janneke zijn genaaid. Klaas Bakker breide het nieuwe visnet.

In 2019 is een actie opgestart om de gebrandschilderde glas-in-loodramen, die oorspronkelijk in de zuidgevel zaten, weer in de Petrakerk terug te plaatsen. In juni 2020 was er geld genoeg ingezameld voor de restauratie en konden de raampanelen met een brandend hart (liefde), een anker (hoop), een tempel (wijzend naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde), een blaasinstrument (een bazuin) en een snaarinstrument (een harp) opgehaald worden door glazenier Goos Vreugdenhil van atelier De Glazen Zee. De glas-in-loodramen werden gedemonteerd. Vervolgens is onderzocht welke glasdelen in de nieuwe ramen aangebracht konden worden. Sommige glasdelen waren echter dermate beschadigd dat ze zo goed mogelijk zijn gekopieerd. Van het paneel 'hoop' (anker) konden slechts twee glasstukken opnieuw worden gebruikt. Een deel van de gouden koepel op de tempel (toren) was te zwaar beschadigd en is nagemaakt. De snaren van de 'harp' waren bij een eerdere reparatie met plakkaatverf op nieuw glas aangebracht. Alleen de drie glasdelen aan de linkerzijde konden, na het verlijmen van de scherven met UV-glaslijm, opnieuw gebruikt worden. De overige delen waren bij de vorige reparatie te zwaar beschadigd. Het paneel met een kruis en een bijbel (geloof) was zoekgeraakt en moest aan de hand van een foto opnieuw gemaakt worden. Het oorspronkelijke 'wyber-ontwerp' is in alle panelen vervangen door een recht-ontwerp. De combinatie met de gebrandschilderde voorstelling zorgde voor een onrustig en rommelig beeld. Op 14 april 2021 werden de 6 gerestaureerde glas-in-loodramen teruggebracht naar de Petrakerk. De ramen zijn vervolgens door vrijwilligers in een metalen omlijsting geplaatst en aan de binnenzijde van de isolerende beglazing aan de zuidzijde aangebracht. Met dank aan Jannie Brands-Oost voor het toezenden van aanvullende informatie over de gebrandschilderde glas-in-loodramen en de restauratie. De bijbel en kruis duiden op het geloof, het brandend hart verbeeldt de liefde en het anker symboliseert de hoop. Bij de toren valt te denken aan wat staat in Spreuken 18 vers 10; Wie het rechte pad verlaat, wordt zwaar gestraft, wie berispingen verafschuwt, sterft. Het  blaasinstrument, een soort hoorn, verwijst naar talrijke teksten waarin een trompet en bazuin genoemd worden, met name om de werderkomst van Christus aan te kondigen. Het snaarinstrument, een harp, wijst naar David en zijn spel en het love van de Heer met lied en muziek. Bron: De Bethelkerk van Urk door de gebr. Weerstand (1982).

In 1953 werd de Kruiskerk van Delfzijl in gebruik genomen die eveneens ontworpen is door F. van der Laan. De Petrakerk vertoont grote gelijkenis met deze kerk. De religieuze voorstellingen op de gebrandschilderde smalle raampanelen zijn door architectenbureau F. van der Laan ontworpen en uitgevoerd door glasindustrie Hoving in Groningen.

Bekijk foto's van het interieur op kerkfotografie.nl. Kijk voor meer informatie: Gereformeerde Petrakerk Urk, 1955-2005.