De Ark

De Ark

Plaats: Urk

Locatie: Vlechttuinen

Architect: Van Beijnum Architecten bna

materiaal: baksteen

Jaar: 2007


Beschrijving:

De Hervormde Gemeente Urk begon haar bestaan in het Het Kerkje aan de Zee. Wegens sterke groei van de gemeente werd in 1978 het kerkgebouw 'De Ark' aan de Lange Dam gebouwd naar een ontwerp van Rinke Oost, lid van de Hervormde kerk en bouwkundig tekenaar bij Publieke Werken van de gemeente Urk. De Ark had 680 zitplaatsen, maar dat was in de loop der jaren onvoldoende om op zondag alle kerkgangers te herbergen. Totaal bezochten zo'n 880 leden de diensten in De Ark en Het Kerkje aan de Zee. Nadat de gemeenteleden aangegeven hadden dat zij graag in één gebouw wilden kerken, besloot de kerkeraad tot nieuwbouw. In de Polderwijk werd aan de Vlechtuinen op 23 december 2006 de eerste paal geslagen voor het nieuwe kerkgebouw. Op 22 december 2007 werd de nieuwe kerk officieel ingewijd met het binnendragen van de (oude) Bijbel, het avondmaalstel, het doopbekken en het kerkboek uit de 'oude Ark', alsmede een nieuwe kanselbijbel. Het kerkgebouw, dat gebouwd is naar een ontwerp van Van Beijnum Architecten bna uit Amerongen, draagt het karakter van Het Kerkje aan de Zee. De Ark staat stedenbouwkundig op een prominente plaats bij de rotonde op de kruising Nagel/Ramsuil. De symmetrische opzet van de gevel legt de klemtoon op het middenrisaliet, een vooruitspringende gevelpartij, die doorloopt in een bescheiden klokkentoren met uurwerk en luidklok. De spits wordt bekroond door een kruis en windwijzer in de vorm van een haan. Historisch gezien hoort de hoofdingang van een kerkgebouw onder de kerktoren. Bij de Ark bevindt de entree zich in het lage bouwdeel, aan de kant van het parkeerterrein. De bouwkosten van het nieuwe kerkgebouw bedroegen 4 miljoen euro inclusief grond, gebouw, orgel en alle inrichtingskosten.

De kerk is eenvoudig van uiterlijk en fris van kleur. De gevels zijn opgetrokken in rood- bruine baksteen in halfsteensverband. Dit mestelverband bestaat vrijwel geheel uit lagen strekken, de lange kant van de baksteen, die per laag steeds een halve steen verspringen. De kerkzaal is afgedekt met een zadeldak waardoor in het in- en exterieur een boeiend lijnenspel ontstaat. In het hart van de kerk is de centrale hal met aan beide zijden 9 zalen in drie bouwlagen met nevenentrees. De zalen zijn afgedekt met lessenaarsdaken die conform de zaalposities bij de hoofdentree samenkomen. De Ark heeft een zeshoekige kerkzaal met een semi-waaiervormig bankenplan. De kerk biedt plaats aan maximaal 1360 personen, 1100 zitplaatsen in de kerkzaal en 260 zitplaatsen op de galerij. De bijzondere licht eiken preekstoel, die de vorm heeft van de voorkant van een vissersboot, is afkomstig uit het oude kerkgebouw. De kerkbanken zijn eveneens van blank eikenhout en de vloer is van grijs graniet. De totale bouwkosten van De Ark bedroegen € 4.000.000,-, inclusief de grond, het orgel en de inrichtingskosten. De financiering kwam deels uit de verkoop van het oude kerkgebouw aan de Hersteld Hervormde Moriagemeente en de verkoop van twee pastorieën. Daarnaast is een subsidie ontvangen uit de solidariteitskas en is er een lening afgesloten bij de Stichting Kerkelijk Grootboek. Bron: kerkrentmeester.nl 

In de Ark is een elektronisch kerkorgel geplaatst, een Organum III van het merk Ahlborn, gebouwd door Promusic uit Zwolle. Het elektronische orgel heeft 74 stemmen, 3 klavieren en een set pedalen en zwelpedalen waarmee het volume van het geluid bepaald wordt. Het instrument is geïntoneerd naar het klankspectrum van het beroemde Hinsz-orgel van de hervormde Martinikerk in Bolsward. De toon ervan is gesampled en opgeslagen en wordt bij het bespelen van het orgel gebruikt. Het geluid van het orgel komt rechtstreeks tot de kerkgangers via twaalf speakers die achter het schijnfront boven de preekstoel staan.

Het liturgisch centrum wordt omringd door de 40 m² grote raampartij waarin de verbondenheid van het dorp met de zee tot uitdrukking wordt gebracht. De glas-in-loodramen, die de titel "De Verlossing" kregen, zijn ontworpen en geschilderd door Diego Semprun Nicolas (Parijs, 1954) uit Tubbergen en door hem gerealiseerd in Atelier Flos in de Limburgse plaats Steyl. Nicolas is de vijfde generatie van glazeniers in zijn familie. Diego Semprun Nicolas verwerkte onder andere de thema's ellende, verlossing en dankbaarheid in de gebrandschilderde glas-in-loodramen. Als je de ramen bekijkt zie je de grondslag van de Nederlands Hervormde kerk De Ark. De lijfspreuk van de gemeente, "Qui dedit in mari viam", is afkomstig uit Jesaja 43:16. "Dit zegt de Heer die een weg baande door de zee en een pad door machtige wateren". Blauw is de kleur van de Geest, vandaar de blauwe zee en de blauwe lucht, alles is vervuld van Zijn Geest. De bliksem, links boven, is het teken van Gods almacht. De duif, in het midden, is de Uitgestorte Geest Gods over ons allen. De regenboog, rechts boven, is symbool van Gods trouw aan Zijn beloften. Diego Semprun Nicolas werkt in de traditie van zijn familie - grootvader Joep Nicolas was een bekend, vernieuwend glazenier - en gebruikt door en door gekleurd vlakglas, dat hij bewerkt met onder meer grisailles en etszuur. Veel aandacht besteedt hij aan de loodlijn als deel van de compositie. Bij de raampartij is de gebrandschilderde zijde de binnenzijde, waardoor in de ruimte de figuren en kleuren het best naar voren komen en het gebrandschilderde deel niet wordt blootgesteld aan weersinvloeden. 

In De Ark staan drie kerkscheepjes. Het 65 cm grote staande eiken houten spantmodel UK 150 stelt een Noordzeeschokker voor en is gebouwd door Jan Koffeman. Het model is ter gelegenheid van de in gebruikname van het oude kerkelijk centum 'De Ark' op 14 december 1974 geschonken door kerkvoogd L. Brouwer. In Scheepsmodellen in Nederlandse kerken (1987) schrijft J.M.G. van der Poel op blz. 104: "Hij [L. Brouwer] deelde mij mee dat hij dit nummer op het model had laten aanbrengen omdat dit het registratienummer van de schuit van zijn oom was geweest. Hij ontkende ten stelligste dat dit registratienummer, zoals mij meer dan eens op Urk werd verteld, door hem bedoeld was als een verwijzing naar Psalm 150. Onder de rood-witte prins op het huisje werd op verzoek van de schenker geschilderd: 'Wat is de zee toch groot, o God, en mijn schip is zo klein'. Als bron voor dit inschrift diende het onderschrift van een foto van de bekende zeefotograaf Cees van der Meulen, die als prentbriefkaart werd uitgegeven door de Hervormde Zeemansraad; de schenker werd hierop geattendeerd door ds. Zethof, die destijds in Urk stond". Het roer is versierd met een 'prins', een langwerpige band met twee banen, ieder beschilderd met driehoeken in de kleuren rood en wit. Onder de waterlijn is het model bruin geverfd, daarboven blank gelakt. Op de mast staat een hemelboender, een versiering boven de wimpel die bestaat uit één of twee houten bolletjes met daarop een naald met een tot bolletje ineengedraaide zwarte sajet.

In 1982 werd voor De Ark een 60 cm groot staand model van een botter gebouwd en geschonken door Jan Weerstand en zijn zwager Albert Meun. Dit model, met registratienummer UK 7, staat tegenwoordig in Het Kerkje aan de Zee en is 'geruild' voor het 1,28 m grote model van een turfschip zoals men die vroeger in de turfvaart gebruikte. De turfpraam is in 1912 gebouwd door J. Spithorst en door hem aan de Hervormde Kerk geschonken voor in het Kerkje aan de Zee. Spithorst was turfschipper en voer destijds met een praam uit het Drentse veengebied op Urk. Later vestigde hij zich op het eiland. Toen Spithorst stopte met varen, deed hij zijn schip over aan zijn knecht Mareinus van der Vegt. Het staande scheepje is een spantmodel, dat net als echte schepen uit losse onderdelen (spanten) is opgebouwd. Het begon met de kiel en zandhout en van daaruit werden de gebogen spanten aangebracht. De scheepshuid werd dan plank voor plank gebogen en aangebracht. Het scheepje is karveel gebouwd, wat betekent dat de huidplanken van het scheepje met de lange zijden glad tegen elkaar aanliggen. Op een dun koperen schild dat het bovengedeelte van de achtersteven helemaal bedekt, is in drijfwerk de naam J. Stiphorst aangebracht met daaromheen een rand met allerlei ornamenten. Boven het schild staat met koperen cijfers het jaartal 1912. Het schip kreeg in 1978 een opknapbeurt van de families A. Meun en J. Weerstand. Bron: Scheepsmodellen in Nederlandse kerken door J.M.G. van der Poel, 1987

Het derde model in De Ark is van de viskotter UK 145 "Teunis van Atje" van de Gebr. Pasterkamp. Dit visserschip is in 2009 in de vaart genomen en oefent de flyshootvisserij uit. Een flyshooter is te herkennen aan de nettenrollen achterop en de grote oranje boei. Het schip is hoog en heeft de stuurhut centraal in het midden. Het zogenaamde flyshooten is een duurzame vismethode waarbij een groot stuk zeebodem door lange kabels, ook wel zegentouwen of lijnen genoemd, en een net omsloten wordt. Daarna worden deze kabels naar het schip toegehaald zodat de vissen door de lijnen worden opgejaagd. Uiteindelijk wordt de vis door de stofwolken die de twee vislijnen veroorzaken, opgejaagd naar het midden. Na verloop van tijd komt het net met een relatief lichte grondpees over het gebied en komt de vis in het kuilnet terecht.

Kijk voor prachtige foto's van het interieur op kerkfotografie.nl. Hier zijn ook foto's van de scheepjes in de kerk te vinden.