St. Hubertuskerk

St. Hubertuskerk
St. Hubertuskerk St. Hubertuskerk St. Hubertuskerk St. Hubertuskerk St. Hubertuskerk St. Hubertuskerk

Plaats: Tollebeek

Locatie: De Jachthoorn 51

Architect: Herman van Wissen

materiaal: bak-, breuksteen, beton, hout, glas

Jaar: 1960-1962


Beschrijving:

Op 14 september 1956 werd de parochie Emmeloord gesplitst. Mgr. P.A. Nierman, de bisschop van Groningen stichtte in de Noordoostpolder de parochie Espel, Tollebeek, Nagele. Pastoor G.B. Sanders uit Makkum werd door Mgr. Nierman benoemd als bouwpastoor en belast met het tot stand brengen van drie kerkgebouwen. Tussen 1960 en 1962 werd de Rooms Katholieke kerk van Tollebeek gebouwd door aannemingsbedrijf Bruggink uit Nagele naar een ontwerp van architect Herman van Wissen. De ceremoniële eerste steenlegging vond plaats op zondag 12 maart 1961, de vierde zondag van de Veertigdagentijd, ook wel vastentijd of lijdenstijd genoemd. Deze zondag 'Laetare' markeert het midden van de veertigdaagse periode voor Pasen en wordt ook wel Halfvasten genoemd. Tijdens de ceremonie metselde pastoor Sanders een steen met een oorkonde in de muur van de kerk. De tekst op de oorkonde luidt: "Op zondag Laetare, de twaalfde maart in het jaar Onzes Heren negentienhonderd een en zestig - tijdens het pontificaat van Paus Johannes XXIII; terwijl het Bisdom Groningen werd bestuurd door Monseigneur P.A. Nierman; onder de regering van Koningin Juliana; in het openbaar lichaam "De Noordoostelijke Polder"vertegenwoordigd door de Landdrost, de heer Ir. A.P. Minderhoud; achttien jaren na het droogvallen van dit nieuwe land -, werd deze oorkonde bij gelegenheid van de eerste-steen-legging ingemetseld bij de hoeksteen van deze kerk, toegewijd aan Sint Hubertus, Bisschop en Belijder, patroon van de jacht te Tollebeek door G.B. Sanders, bouwpastoor van de parochie Nagele - Espel - Tollebeek, met machtiging van de kerkmeesters Jan Schutter, Arnold Diender en Tjebbe Hettinga van Tollebeek, Nol Meijer, Bernard Bontjer en Harry Manders van Nagele, Kees Koetsenruyter, Toon Helmons en Frans Hillebrands van Espel, in tegenwoordigheid van vele parochianen en genodigden".

De kerk werd op 10 juli 1962 ingewijd door de bisschop van Groningen, mgr. P.A. Nierman die met wijwater rond de buitenmuur van de kerk ging. In de wijdingsdienst schreef de bisschop o.a. het Griekse alfabet met zijn staf in het witte zand dat op de kerkvloer was gestrooid. De kerk kreeg de naam H. Hubertus, die als patroonheilige van de jacht (jagers) wereldwijd vereerd wordt. Hubertus was een edelman die leefde in de Ardennen. In 683 schond Hubertus de Goede Vrijdag door op jacht te gaan. Hij zag een groot hert en joeg er met zijn honden achteraan. Toen hij het hert wilde neerschieten verscheen er een stralend kruis tussen het gewei en een stem zei: “Hubertus waarom verlies je je tijd in dergelijke bezigheden. Als je je niet bekeert zul jij ter helle varen”. Hubertus bekeerde zich en werd in 700 bisschop van Maastricht en in 722 de eerste bisschop van Luik. De naamgeving van de kerk komt voort uit het feit de jacht met betrekking tot de naamgeving in Tollebeek centraal staat. 

De zaalkerk is gebouwd in de voor Van Wissen typische modernistische trant. Twee forse muren met rondlopende hoeken vormen als het ware twee handen die zich beschermend sluiten rond de rechthoekige kerkruimte. In de muur zijn twee openingen, één voor de ingang en één voor een raam. Het kerkgebouw is opgetrokken van grijze bakstenen en Grauwacke breuksteen, een natuursteen uit Duitsland. Omdat niemand ervaring had met deze breuksteen is er speciaal iemand uit Duitsland gehaald om de muren te metselen. De bijgebouwen zijn opgetrokken van gele waalstenen die gemaakt zijn van door de Rijn aangevoerd kleislib, afkomstig uit de omgeving van de rivier de Waal. Het dak van de kerkzaal loopt flauw hellend op en is het hoogst boven het liturgisch centrum. Het dak is gedekt van asfalt en grind en ligt boven één van de muren waardoor daar een lichtstrook vrijkomt die gevuld is met glas-in-lood vensters. Ruimtewerking en lichtwerking zijn van groot belang voor het karakter van het kerkinterieur. De kerk heeft een losstaande taps toelopende kerktoren van 16 m hoog. In de open betonnen toren hangt een driegelui, drie bronzen luidklokken die boven elkaar geplaatst zijn. De klokken zijn in 1961 gegoten en ontvingen bij de zgn. klokkendoop de namen Hubertus, Bernardus en Maria. De klokken hangen aan een gekrukte luidas, een luidas in de vorm van een omgekeerde letter U, wat betekent dat de klokken geluid worden met vallende klepel. Het draaipunt van de klepel hangt gelijk aan het draaipunt van de krukas. Daardoor zwaait de klok minder hoog op en valt de klepel tijdens het luiden op de onderrand van de klok. Het geluid is wat doffer dan een klok die met vliegende klepel wordt geluid, wat een vol geluid geeft. De buitenste muur van de kerkzaal loopt door om tot een pleinwerking te komen en om tevens een verbinding tussen de klok en de kerk tot stand te brengen. De modernisering van het kerkgebouw is voor de kwaliteit van het klokgelui geen verbetering. Door het ontbreken van de resonantie van een klokkenkamer klinken de aan metalen armaturen opgehangen klokken nogal hardvochtig. 

In de Rooms-katholieke kerk was in de wederopbouwperiode een proces gaande waarbij de rituelen en de aankleding van de kerk werden vereenvoudigd. In de naoorlogse katholieke kerkgebouwen werd minder monumentale kunst toegepast. De architect had in zijn kerkontwerp inventieve oplossingen voor baksteenverwerking, raampartijen en dominante plafondwelvingen bedacht waardoor voor het aanbrengen van kunstwerken geen muurvlak beschikbaar bleef of de architectuur zou aantasten. Een andere reden voor het weglaten van monumentale kunst was het vasthouden van de aandacht op het liturgisch centrum. Het altaar verschoof steeds verder de kerkruimte in zodat deze goed zichtbaar werd voor de gelovigen. Architect Herman van Wissen koos voor een sober en sfeervol interieur. Het licht valt spaarzaam binnen door een strook gekleurd glas bovenin de linker zijwand, een strook matglas langs de rechter bovenzijde en door een vlak van gebrandschilderd glas in de rechterwand terzijde van het altaar. De rechter- en de achterwand zijn van ruwe Grauwacke breuksteen. De vloer is van gladde zwarte tegels. Daarop staan twee rijen geelhouten banken, met 330 zitplaatsen. De liturgische hoofdelementen als altaar en communiebanken zijn door de architect zelf ontworpen. Eenvoudig van vorm, maar in edel materiaal als natuursteen uitgevoerd. Achter het hoofdaltaar staat tegen de achterwand een bij-altaar, met daarop de letters Alpha (Α) en Omega ('Ω). Door het samenhangend ontwerp van de buitenkant van het gebouw, de afwerking en de elementen in het interieur kan de St. Hubertuskerk beschouwd worden als Gesamtkunstwerk (totaalontwerp), Aan de muur boven het hoofdaltaar hangt een kruis van twee zware balken die afkomstig zijn van een in de buurt van Tollebeek gevonden scheepswrak. Het was een idee van bouwpastoor Sanders om uit het hout van het scheepswrak een kruis voor de kerk te maken. Het herinnert de parochianen eraan dat de grond waarop zij wonen eens de Zuiderzee was.

Het orgel werd in 1962 door fa. Jos Vermeulen orgelbouw uit Alkmaar in serie gebouwd, gelijk met de orgels voor de R.K. kerk in Nagele en Espel. In de traditionele kerken stond het orgel op het daarvoor bestemde balkon boven de tribune. De behoefte om een orgel dicht bij het altaar te hebben leidde in de St. Hubertuskerk tot een aan de linker muur hangend orgel. De speeltafel is rechts in de kerk geplaatst, naast het altaar. Het orgel heeft volgens de toen geldende orgelbouw traditie in de katholieke kerk, geen omsluitende orgelkas. Vermeulen maakte alleen de houten pijpen zelf, het metalen pijpwerk werd betrokken bij de fa. Jacques Stinkens in Zeist. Het meest gebruikte materiaal voor metalen orgelpijpen is een legering van tin en lood, dat het zogenaamde 'orgelmetaal' genoemd wordt. De mengverhouding daarvan bepaalt voor een groot deel de klankkleur. Meer tin geeft een heldere klank en meer lood een 'wollige' klank. De pijpen van katholieke orgels hebben over het algemeen een hoger loodgehalte en daardoor een warmere klank. Bekijk hier de dispositie van het orgel, de opsomming van de registers die een orgel bezit en waarmee in feite de klank wordt bepaald. Iedere register heeft namelijk zijn specifieke orgelpijp om die klank te produceren, want niet alleen de metaallegering is voor de klank belangrijk, maar ook de vorm. Foto's van het interieur en het orgel vindt u op reliwiki. 

Aan dezelfde muur als het orgel hangen sinds 1999, 14 kruiswegstaties die vertellen over de laatste weg van Jezus, de kruisweg. Jezus werd ter dood veroordeeld door Pilatus. Hij liep de weg van de rechtbank met het kruis op zijn rug naar Golgotha, de plaats waar hij aan datzelfde kruis werd gehangen en waar hij stierf. Wanneer op Goede Vrijdag de kruisweg wordt gebeden, dan wordt bij elk van de veertien afbeeldingen stilgehouden om het lijden van Jezus te overdenken. De expressionistische mozaïeken zijn oorspronkelijk voor de R.K. kerk Verrijzenis des Heren in Espel gemaakt door priester-kunstenaar Jan de Kort (1924 - 2017), Norbertijn van De Essenburgh in Hierden. De Kort heeft de verrijzenis van Jezus als 15e statie aan de traditionele thema's toegevoegd. In 1991 werden de parochies Espel, Nagele en Tollebeek samengevoegd tot de geloofsgemeenschap De Heilige Geest. Toen de kerk in Espel gesloten werd is de kruiswegstatie in de St. Hubertuskerk opgehangen. In de St. Isidoruskerk in Nagele stond een 'modern' beeld van Maria met het kindeke Jezus. Nadat de kerk in 1997 aan de eredienst onttrokken was, is dit met de parochianen mee naar de St. Hubertuskerk verhuisd.

De St. Hubertuskerk vertoont nauw verwantschap met de eveneens door Herman van Wissen ontworpen R.K. St. Franciscuskerk (1962 - 1964) in Leeuwarden. De kerken hebben kenmerken gemeen als de deels gebogen muren, een sterke mate van geborgenheid, lichtval via de smalle vensterband onder het dak, de door boven-strijklicht verlevendigde muren van breuksteen en verder gepleisterde binnenwanden. De kerkontwerpen zijn beïnvloed door de Notre Dame du Haut, een zeer belangrijk hoogtepunt in het oevre van de Zwitsers/Franse architect Le Corbusier (1887-1965). Bron: Katholiek leven in Noord-Nederland 1956-2006.  

Architect

Hermanus Johannes (Herman) van Wissen is op 27 december 1910 in Groningen geboren. In zijn geboorteplaats studeerde hij aan de MTS bouwkunde (tegenwoordig Academie van Bouwkunst) en kreeg daar les van zijn vader, architect Adrianus van Wissen (1878-1955). In de jaren ’30 kreeg hij privé-schilderlessen van de Groninger schilder Jan Derksen en volgde 1936 tot 1938 de opleiding MO tekenen aan academie Minerva in Groningen.

Herman van Wissen was graficus, kunstschilder en architect. Als beeldend kunstenaar werkte hij vooral met Siberisch krijt, aquarel, tempera en olieverf. Hij schilderde en etste vooral landschappen in een figuratief-expressionistische stijl. Zijn ervaring als graficus deed hij op tijdens de drie jaar dat hij in het Grafisch Centrum Groningen werkte. In 1946 ontwierp Herman van Wissen een verzetsmonument voor Groningen in de vorm van een 3,5 m hoge gemetselde poort. Na de Tweede Wereldoorlog ontwierp hij vooral woningbouw. In de tweede helft van de jaren vijftig kreeg hij veel opdrachten voor de bouw en verbouw van katholieke kerken. Hij bouwde kerken o.a. in Amersfoort, Klazienaveen, Leeuwarden, Irnsum, Wijtgaard, Gorredijk en Tollebeek. In 1975 hield hij het als architect voor gezien, maar bleef schilderen.

Herman van Wissen overleed op 23 april 2000 op 89-jarige leeftijd in zijn woonplaats Groningen.